hadden, werd in deze gevallen hun handtekening als volwaardig be
schouwd.
Voor het verkrijgen van meer informatie over de Haarlemse brouwers
vormen belastinggegevens een interessante bron. Bij incidentele belastin
gen was het gebruikelijk dat eenieder een bepaald percentage betaalde.
Dit was afhankelijk van de (gebruiks)waarde van hetgeen waarover
belasting afgedragen behoefde te worden. De Tiende Penning was een
dergelijke procentuele belasting. Zij werd geheven op onroerend goed
waarvan de huurwaarde per jaar twee gulden of meer bedroeg. In het
geval een woning niet verhuurd werd, maar door de eigenaar bewoond,
maakte men een schatting van de huurwaarde. Bij een verhuurde woning
betaalde de verhuurder driekwart en de huurder één kwart van het ver
schuldigde bedrag. De belasting bedroeg tien procent van de huurwaarde
per jaar.26' Door de huurwaarde van onroerend goed te bepalen kan men
zich een beeld vormen van het bezit en daarmee een indicatie geven van
de rijkdom van de betreffende personen.27' Het Tiende Penning kohier
handelde over de belasting in het jaar 1543. Van hetzelfde jaar is helaas
geen brouwerslijst in de thesaurierrekeningen bijgevoegd. Om deze reden
zijn de lijsten van 1538 en 1548 gebruikt. De brouwers en brouwsters die
op deze lijsten voorkomen zijn opgezocht in de index van het kohier van
de Tiende Penning. Van de personen uit de lijsten van 1538 en 1548, die
tevens in de index genoemd werden, zijn de bedragen van het onroerend
goed dat zij huurden of in eigendom hadden genoteerd. Dit om later een
vergelijking te kunnen maken tussen de bezittingen van de brouwers en
brouwsters.
In 1407 werd er vanuit het stadsbestuur een keur op de brouwerij uit
gevaardigd.28' Eenieder die op commerciële basis wilde brouwen moest
voldoen aan de voorwaarden en regels die in de keur beschreven ston
den. De belangrijkste regel was dat men lid moest zijn van het brouwers
gilde. Indien men geen lid was kwam dit op een boete van drie pond per
overtreding te staan. Vóór het midden van de vijftiende eeuw heeft men
nog een aantal regels aan de keur van 1407 toegevoegd.29' Behoudens
enkele aanvullingen heeft men een kleine eeuw van deze keur gebruik
gemaakt. Pas op 22 augustus 1501 werd een nieuwe keur op de brouwerij
uitgevaardigd.30' In dit document worden in alle artikelen zowel de brou
wers als de brouwsters genoemd. Zelfs indien men de aanduiding brouw
sters een keer vergat werd het woord boven de regel toegevoegd.31' Deze
dubbele aanduiding geeft aan dat de brouwsters voor vol werden aange
zien en ook lid konden worden van het gilde. Na de keur van 1501 zijn er
nog regelmatig veranderingen in de regelgeving geweest. Deze zijn aan de
originele keur toegevoegd, men heeft hiervoor geen volledig nieuwe keur
opgesteld.
MARJOLEIN VAN DEKKEN