ping in de vleugel aan het Prinsenhof. De plek van deze trap was ver
moedelijk geen vrije keuze van De Key. Hij nam een bestaande, uit de tijd
van het klooster stammende trap als uitgangspunt. Ter plaatse was slechts
een vrij nauw gangetje, waardoor een vorstelijke opgang eigenlijk niet
kon worden gerealiseerd. De oplossing van De Key is echter meesterlijk:
hij maakte twee portalen; een voor de trap zelf, het opgangsportaal, en
een in de oostelijke muur van de zaal, de huidige raadzaal, de door
gangspartij, waarover dit artikel gaat. Deze monumentale en vrij grote
opening lag toen in het verlengde van de ingangspartij aan het
Prinsenhof. Zo ontstond een coulisseachtig geheel op één lijn: ingangs- -219-
partij, doorgangs- en opgangspartij. De opgangspartij bij de trap is altijd
gebleven. De ingangspartij aan het Prinsenhof werd een aantal keren ver
plaatst en daarmee verloor de doorgangspartij de oorspronkelijke functie.
Deze monumentaal vormgegeven doorgangspartij werd in de tijd van De
Key geheel in baksteen uitgevoerd met basementen, lijstwerk en sluitste
nen van zandsteen. De doorgang zelf was aan de bovenzijde afgesloten
met een rondboog met een geornamenteerd zandstenen sluitstuk. Aan de
zijde van het Prinsenhof werden de zwikken opgevuld met metselwerk en
het geheel afgesloten met een zandstenen lijst. De Key liet de bakstenen
Grote Markt 2, de
Prinsenhofvleugel van
het stadhuis, door- en
opgang naar de verdie
ping. Aquarel door W.
Hendriks, 1815. (coll.
Kennemer Atlas)
MONUMENTENZORG