Jacques Leijh. Hij ontwierp veel ijzeren bruggen in de stad in die tijd,
zoals de Melkbrug en de bruggen over de Leidsevaart. De Catharijnebrug
is een zogenaamde gelijkarmige draaibrug. Vanaf het midden van de
negentiende eeuw tot in het begin van de twintigste eeuw is in Nederland
een groot aantal van dergelijke draaibruggen gebouwd.
De Catharijnebrug in Haarlem is zo bijzonder omdat maar weinig
bruggen van dit type nog in bedrijf zijn. Kenmerkend is de draaipijler
onder het midden van de brug, waarop de brug draait. De landhoofden
aan beide zijden van de brug zijn uitgevoerd in bak- en natuursteen. De
-224- brug zelf is voorzien van gietijzeren leuningen met piëdestals op de uit
einden. Daarop stonden oorspronkelijk sierlijke smeedijzeren lantaarns
met koperen lantaarnkappen. Op de brug was op een gietijzeren plaat de
naam van de brug, de naam van de grofsmederij waar de brug gemaakt
was en het bouwjaar vermeld. Het karakteristieke houten brugwachters
huisje stond oorspronkelijk op de Koudenhorn, los van de brug. Pas in de
jaren zestig van de vorige eeuw kreeg de brug haar eigen huisje. Daartoe
werd het landhoofd aan de kant van de Koudenhorn met een betonplaat
uitgebreid. Nog altijd staat niet vast of het bestaande brugwachtershuisje
verbouwd en verplaatst werd. Er is ook sprake van een negentiende-
eeuwse krantenkiosk die ergens in de jaren zestig van de vorige eeuw ver-
De gerestaureerde Catharijnebrug uit 1906 met een eigentijds brugwachters
huisje, 2002.
Haerlem Jaarboek 2002