onder andere de sluitsteen in de poort aan de Kleine Houtstraat van het gasthuiswapen voorzien. De Gasthuispoort, vanaf toen zo geheten, stond oorspronkelijk op de rooilijn met de bebouwing van dat deel van de Kleine Houtstraat. Bovendien was de poort in die tijd veel smaller dan nu het geval is en had ongeveer de breedte van de aangrenzende woonhui zen. Lange tijd was dit de uitgang voor de begrafenissen vanuit het Gasthuis. De koetsier van de lijkkoets had altijd grote problemen met het in- en uitrijden van de lijkkoets. Niet iedere koetsier was daarin behen dig en schade aan koets en poort diende zich met enige regelmaat aan. Toen in 1938 werd besloten tot de bouw van een nieuw mortuarium naar ontwerp van ir. G. Friedhoff, werd van de gelegenheid gebruik gemaakt de poort te verplaatsen en te verbreden. Daartoe werd een woonhuis, nr. 98, afgebroken. Niet alleen ontstond zo meer ruimte aan de straatzijde, maar door de poort een paar meter terug te plaatsen kwam er tevens een betere in- en uitrijmogelijkheid. Menige rouwstoet is hier vandaan ver trokken. Met deze ingreep ontstond een wat merkwaardige onderbreking in de gevelwand op dit stuk. De poortdoorgang was in die tijd met degelijke houten deuren afgesloten evenals de kleinere doorgangen links en rechts daarvan. Deze zijvleugels van baksteen werden bij de verplaatsing en ver breding van de poort aangebracht. Met het verdwijnen van het Kleine Houtstraat tussen 98 en 100, Gasthuispoort na de restauratie, 2002. Haerlem Jaarboek 2002

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2002 | | pagina 228