wacht. Zelfs de bebouwing van het meest chique deel, tussen de Jans
straat en de Kruisstraat, liet op zich wachten. Het gevolg is een groot ver
schil in maat en schaal aan beide zijden van de Nieuwe Gracht.
De huidige Nieuwe Gracht werd in 1674-1675 gegraven en aangelegd.
Vervolgens werd de toenmalige noordelijke stadsmuur in 1675 afgebroken
en de oude singelgracht gedempt. Aan de zuidzijde van de Nieuwe
Gracht, tussen Jansstraat en Kruisstraat, was de rooilijn teruggelegd,
waardoor hier het karakter ontstond van een boomrijk plein of markt
veld. Volgens Taverne zou dat de exclusiviteit van het toekomstige wonen
-230- hebben bevorderd. Het is daarom opmerkelijk dat uitgerekend op deze
plaats de varkensmarkt werd gesitueerd. Pas nadat de bestrating was aan
gelegd kwam het bouwen van nieuwe huizen echt op gang.
Als eerste werden in 1686 twee kavels vanaf de hoek Kruisstraat
bebouwd. De stad gaf deze kavels aan het Kleermakersgilde, dat uit de
vorige locatie weg moest. Het is opmerkelijk dat juist op dit duurste stuk
van de Nieuwe Gracht twee kavels door de stad zo maar werden wegge
geven. Het hoekkavel volgde in 1687 en werd nog in datzelfde jaar be
bouwd met een hoekhuis.
In 1688 verzocht de bekende Haarlemse kaartmaker Romeyn de
Hooghe om drie kavels naast het kleermakersgilde. Hij wilde hier een
woonhuis bouwen (het huidige nr. 13) en een Academie 'ten dienste vant
gemeen en bijsonder voorde Liefhebbers in de Schilderconst voor Etzers,
boetseerders ende andere constenaren' (Taverne, p. 399). In navolging
van de buren hoopte De Hooghe de gronden voor niets in zijn bezit te
krijgen. Hij wilde ook dat de te verkrijgen kavels zouden doorlopen tot
aan de Ridderstraat voor de aanleg van een bijzondere tuin. Het stadsbe
stuur ging niet in op zijn verzoek maar bood de kavels voor de helft van
de prijs aan. Romeyn de Hooghe bouwde vervolgens een monumentaal
huis aan de Nieuwe Gracht en een poortgebouw, waar ook de Academie
werd ondergebracht aan de Ridderstraat. Nadat de bouw voltooid was
ontving De Hooghe een ruim bedrag terug van het stadsbestuur, zodat hij
uiteindelijk de gronden voor een zeer lage som in zijn bezit kreeg. Het
geeft aan hoezeer het stadsbestuur wilde dat in het nieuwe gedeelte van
de stad gebouwd werd. Uiteindelijk was de vergroting van de stad niet
echt succesvol te noemen en leed de stad behoorlijk verlies op de kosten
van de aanleg. Het zou nog lange tijd duren voordat dit gedeelte van de
Nieuwe Gracht, in die tijd ook Herengracht genoemd naar Amsterdams
voorbeeld, het monumentaal aanzien kreeg zoals we dat nu kennen.
Toen Romeyn de Hooghe zijn woonhuis en Academie bouwde week
hij af van de rooilijn, zoals die bepaald was en bouwde meer naar voren.
In die tijd vond het stadsbestuur dat een varkensmarkt hier niet langer op
Haerlem Jaarboek 2002