In hetzelfde jaar 1963 werd Phaff benoemd tot een van de vijf direc teuren van de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten in Den Haag, een functie die hij tot zijn pensionering in 1979 zou blijven bekleden. Zijn taken daar lagen op het terrein van algemene juridische zaken, bouwza ken en culturele zaken. Zijn werk veranderde sterk. Tot dusver was hij bezig geweest met uitvoering, nu werd wetgeving het zwaartepunt. Hij beschouwde dit als een uitdaging en genoot van de vele contacten met departementen, kamerleden en bestuurders. Ook internationale contac ten vormden zijn portefeuille en de vng fungeerde daardoor ook als een venster op de wereld. In 1970 werd hij lid van de Monumentenraad, een functie die hij twaalf jaar zou bekleden en die hij als een van de leukste banen uit zijn loop baan beschouwde. Ook had hij zitting in het bestuur van de Stichting Cultuurfonds van de Bank van Nederlandse Gemeenten en was hij zeven jaar eindredacteur van het weekblad van de vng De Nederlandse Gemeente. Hij hield vele malen een lezing (uiteraard met twee projecto ren) over het gebouw van de vng: de Willemshof. In deze periode ver scheen ook zijn beroemde boekje Ambtelijke aforismen (1968, tweede aangevulde druk 1980), gebaseerd op een rubriek in De Nederlandse Gemeente. In 240 pittige, kernachtige uitspraken, vatte hij hierin met veel wijsheid en ironie zijn inzichten over bestuurders en ambtenaren samen. Een lovende bespreking van Simon Carmiggelt deed hem veel genoegen. In zijn vNG-tijd bleef Phaff in Bloemendaal wonen. Daardoor kon hij een rol blijven spelen in historisch Haarlem. In 1967 werd hij bestuurslid van de Vereniging Haerlem en in 1976 volgde hij Thom Hoog op als voor zitter. Deze functie zou hij tot 1984 bekleden, waarna hij tot erelid werd benoemd: de hoogste onderscheiding die de vereniging kent en die in de honderd jaar van haar bestaan slechts zeven keer is verleend. In 1968 werd Phaff lid en secretaris van de Stichting Restauratiefonds Grote of St.-Bavokerk, opgericht in 1966 door Godfried Bomans en H.F. van Marselis Hartsinck om de komende grote restauratie van de kerk te begeleiden Tussen 1981 en 1985 zou deze restauratie plaatsvinden. Daarna zou Phaff, tot zijn overlijden, voorzitter worden van een afgeslankt stich tingsbestuur. Tientallen lezingen - met twee projectoren! - nam Phaff voor zijn rekening. Hij was de initiatiefnemer voor de uitgifte van de zogeheten Bavo-penning van Mari Andriessen die ten bate van de res tauratie werd verkocht. In het in 1985 verschenen De Bavo te Boek ver zorgde hij het inleidende artikel. Samen met Van Marselis Hartsinck redde hij uit het kerkje van Spaarnwoude het schilderij van de reus Cajanus, dat, gerestaureerd, eerst in de Bavo en uiteindelijk in het stad huis kwam te hangen. NECROLOGIEËN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2002 | | pagina 273