Gevel van het Brouwershofje dat in 1472 door de brouwersfamilie Roeper
werd gesticht. Hier konden arme brouwersmeiden, als zij te oud waren om te
werken, ondergebracht worden, (coll. Kennemer Atlas)
wen die het gildelidmaatschap van hun man hadden overgenomen had
den minder rechten dan de mannelijke brouwers. Vrouwen werden op
allerlei mogelijke manieren uit het brouwersgilde geweerd. Weduwen van
brouwers waren de enige vrouwen die lid konden worden. Zij maakten
door de hierboven genoemde moeilijkheden echter maar een klein deel
uit van het totaal aantal brouwers. In het begin van de zestiende eeuw
vertegenwoordigden de weduwen slechts zeven procent van de gildele-
den. In de loop van deze eeuw nam hun aantal nog verder af.
Conclusie
De moderne Nederlandse vrouwen hebben de naam geëmancipeerd en
onafhankelijk te zijn. Na bestudering van het leven van de Hollandse
brouwsters in de late Middeleeuwen blijkt dat dit geen nieuw verschijn
sel is. Al eeuwenlang kunnen alleenstaande Hollandse vrouwen zelf in
hun onderhoud voorzien en op eigen kracht het hoofd boven water hou
den.
De meeste brouwsters in Haarlem waren weduwen die het bedrijf van
hun overleden man voortzetten. Zij hadden het vak reeds geleerd toen
-41-
MARJOLEIN VAN DEKKEN