Stadsdrukkers en stadsburgers Johannes m Enschedé was de achterkleinzoon van Izaak Enschedé (1681- 1761) en kleinzoon van Johannes 1 Enschedé (1708-1780), de stichters en oervaders van het bedrijf. De oorsprong van de familie is weinig illuster, leerlooiers in Groningen die het nog onverfranste Enscheda voerden. Izaak kwam in 1697 als leer ling in dienst bij de Haarlemse stadsdrukker Abraham Casteleyn. Zijn meesterproef in 1703 en zijn inschrijving als drukker in het gildeboek zijn in 1903 tot symbolisch begin van het familiebedrijf verklaard. In de eerste jaren onderscheidde Izaak zich als boekdrukker in de Haarlemse Frankesteeg, de huidige Frankestraat, in niets van zijn gildebroeders. In 1703 lag weliswaar het begin van het nieuwe familieambacht, maar toch zou 1737 eerder als startdatum van het huidige bedrijf gezien moeten worden. In dat jaar verwierven vader en zoon het stadsdrukkersschap van Haarlem. Hier begon de eeuwenlange relatie van dit particulier bedrijf met de overheid, de stad Haarlem en later met de Nederlandse staat. Aan het stadsdrukkersschap was de uitgave van de Opregte Haarlemsche Courant verbonden, waarvoor intellectuelere kwaliteiten vereist waren dan een gewone drukker nodig had. Door de redactie van de krant kregen de Enschedé's nieuwe contacten met boekverkopers die in andere steden hun courant verkochten. Een vrijwel dagelijks contact met een netwerk van buitenlandse correspondenten van Kopenhagen tot Napels hoorde ook bij het krantenvak. Al voor 1750 was er naast de Courant en de drukkerij een derde bloei ende tak van het bedrijf, een eigen lettergieterij, ontstaan. De letterproef van 1768 werd tot over de landsgrenzen geroemd. Deze fraaie uitgave was een voorbeeld van een geslaagde marketing avant la lettre. De combina tie van een eigen lettergieterij met de uitgave van een krant was boven dien praktisch, er was veel 'letter' voor nodig. De veelzijdigheid van het bedrijf maakte ook een arbeidsverdeling noodzakelijk tussen de zonen van Johannes 1. Zo ontstond de kenmerkende collegialiteit van bestuur van het familiebedrijf, waarbij een van de firmanten of vennoten een deel van het bedrijf, de drukkerij, de lettergieterij of de Courant, onder zich had. Trouwden de eerste Enschedé's nog in de eigen beroepsgroep, Johanna Elisabeth Swaving (1754-1826), echtgenote van Johannes n (1750-1799), was de dochter van de burgemeester van Weesp. De Swavings behoorden weliswaar niet tot het echte patriciaat, maar wel tot de middelhoge bestuursklasse. Nog meer werd de toon gezet met het huwelijk van de tweede zoon Jacobus (1753-1783) met Geertruy Elizabeth van Oosten de Haerlem Jaarboek 2002

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2002 | | pagina 64