Johannes, Johanna Elisabeth Enschedé-Swaving (1754-1826) was niet enkel de huisvrouw met het handwerkje zoals ze voor 1800 vaak is gepor tretteerd.19' Na de vroege dood van haar man zou zij tot 1826 samen met haar zwager Abraham, en in de laatste jaren met diens zoon Jacobus 11, de firma leiden. Pas na haar dood zou haar oudste zoon firmant worden. Ook legde zij contractueel de basis voor een echt familiebedrijf.20' Hoewel zijn moeder tot haar dood in 1826 dus in ieder geval formeel in de leiding van het bedrijf bleef, werd de druk op Johannes om terug te keren naar Haarlem groot. Na een haastige afronding in Leiden - 'vroe ger dan ik wenschte, met den gewonen graad voor de regtsgeleerde stu- -71- dien'21' - begon in Haarlem een geliefde levenstaak: de uitgave van de Opregte Haarlemsche Courant.22) Met als enige onderbreking gedurende de tijd van zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer in de jaren veertig, bleef hij vrijwel tot zijn dood de stukken voor de krant redigeren en schrijven. Frans bestuursambtenaar en 'bevrijder' van 1813 Na zijn terugkeer uit Leiden werd Johannes m voor allerlei bestuurs functies gevraagd. Aan het einde van de Franse Tijd maakte hij prominent deel uit van het Haarlemse stadsbestuur. Maar in de collectieve herinne ring werd hij later vooral als de 'bevrijder' van 1813 gezien. Aanteekenin- gen van het gebeurde in de stad Haarlem van 15 november tot 2 decem ber van het jaar 1813, met deze publicatie van zijn herinneringen gaf Johannes in vijftig jaar na dato commentaar op zijn eigen rol bij de omwenteling in Haarlem. De gelegenheidsdruk viel samen met de natio nale viering van vijftig jaar 'onafhankelijkheid' waarbij in Haarlem de nu bejaarde Enschedé het middelpunt werd van de feestelijkheden. Hoe is die tegenstelling met zijn rol in de Franse Tijd te verklaren? 1795 vormde duidelijk een breuk in de personele bezetting van de stads regering, toen de tegenstanders van stadhouder Willem v benoemd wer den. De overgang van de Bataafse Republiek en de Franse Tijd naar het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden is voor de personele bezetting van het lokaal bestuur echter bijna vloeiend geweest. Het begrip 'collaboratie' kan hier niet opgaan. Dat begrip is geheel vreemd voor het denken van die tijd waarin het idee van de eigen nationaliteit en de eigen natie eerst ontstond. Van de typische continuïteit in het lokale bestuur is de bestuurscarrière van Johannes in een mooi voorbeeld. De vervlechting van zijn leven met het Haarlemse bestuur en tal van Haarlemse instellingen nam direct na zijn terugkeer uit Leiden zijn aan vang; het begin van zijn 'openbare loopbaan' zoals hij dat veel later, FRANS WILLEM LANTINK

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2002 | | pagina 73