Koperen uniformschildje uit de Franse tijd met de Franse adelaar van het empire, (coll. Museum Enschedé) ders. In de oudste autobiografische notitie staat dan sec: 'JE een oogen- blik controleur de ville.'3°> De volgende dag stelde Enschedé onder goed keuring van de officieren een lijst samen met namen voor een voorlopig stadsbestuur, waaronder ook Bernard en Gildemeester, de adjuncten. Nadat de laatste Franse soldaat de stad uit is worden door Johannes Enschedé en de rustbewaarders oranje-cocardes opgestoken. Ook dat was dus niet een daad van enorme heldhaftigheid. Dezelfde voorzichtig heid spreekt uit het feit dat de Oranje-vlag pas op de 24ste van de Bavo wapperde - al tijden op verzoek van Enschedé 'in gereedheid' gebracht door de stadsarchitect Van der Pauw - toen de Kozakken al te Halfweg stonden.^) Op 30 november landde de Prins van Oranje te Scheveningen. De Aanteekeningen eindigen dan bij de inkomst van de Oranjeprins, even nog Willem vi genoemd, op 2 december in Haarlem door de rustbe waarders te paard vanaf Bennebroek geëscorteerd. Nogmaals, hoe heroïsche was het hele optreden geweest? Feit is wel dat er in die dagen, zoals de beruchte plundering van Woerden bewijst, wel chaos en gevaar dreigde. De Haarlemse gebeurtenissen lijken zeer afgewogen en bedachtzaam, het door Enschedé gewantrouwde 'gemeen' kreeg in ieder geval geen kans zich te roeren. Maar of de fantasiemilitia wat had kunnen uitrichten tegen een nog één keer uithalende Franse FRANS WILLEM LANTINK

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2002 | | pagina 77