Opregte Haarlemsche Courant
Onder de firmanten van Joh. Enschedé Zoonen was altijd sprake van
een duidelijk taakverdeling. Zo viel in de tijd van Johannes m de (boek)-
drukkerij onder de verantwoordelijkheid van zijn oom Abraham en later
van diens zoon en opvolgende firmant Jacobus n Enschedé (1787-1865).
Aanvankelijk was de uitgave van de Opregte Haarlemsche Courant het
exclusieve recht van de Johannessentak, maar het firmacontract van 1826
maakte het, tot ongenoegen van Johannes in en zijn zoon, naast de (bij-
-82- bel)drukkerij en de lettergieterij tot een integraal onderdeel van het fami
liebedrijf.^)
Uit de agenda-dagboeken van Johannes m blijkt dat hij decennia lang
tot 1840, toen hij lid van de Tweede Kamer werd, op drie vaste dagdelen
per week aan de krant werkte. Tijdens zijn kamerlidmaatschap nam zijn
zoon het over, maar vanaf begin jaren vijftig tot vlak voor zijn dood werd
de nu zo goed als dagelijkse routine weer opgepakt. De krant verscheen
drie dagen per week. Pas in 1847 werd het voorbeeld van het Algemeen
Handelsblad gevolgd. Die Amsterdamse krant kwam al vanaf 1830 dage
lijks uit en werd vanaf die tijd een geduchte concurrent.36'
Welke verspreiding had de HaarlemscheVoor nieuws uit het buiten
land was de Opregte Haarlemsche Courant in de achttiende eeuw tot in
de eerste helft van de negentiende eeuw toonaangevend. De krant ver
scheen in het hele land. Zelfs aan het einde van de negentiende eeuw
waren er nog landelijke abonnementen, maar toen werd de krant vooral
gelezen vanwege de overlijdensadvertenties. Rond 1840 kreeg de
Haarlemsche landelijke concurrentie van nieuwe kranten als het Han
delsblad en de Rotterdamsche Courant. Het streven naar onpartijdige
berichtgeving van de 'Opregte' verkeerde in een tijd van toenemend poli
tiek debat in een nadeel. De uitgesproken liberale Arnhemsche Courant
had de toekomst, daarin stonden in die jaren echte opiniestukken.
De laatste bloeiperiode van de Opregte Haarlemsche Courant tot 1840
viel samen met het werk van Johannes in als uitgever en redacteur. Hoe
zag zijn werk eruit? In niets leek het op het moderne werk van een uit
gever. In feite deed hij alles zelf. Hij deed de opmaak en schreef de
belangrijkste artikelen zelf. Het was het echte journalistieke handwerk
dat in latere tijden hoogst onpraktisch bleek voor een firmant van een
groot bedrijf. Dat verklaart ook het grote tijdbeslag, zoals dat blijkt uit de
agenda's. Een belangrijk onderdeel van de inkomsten waren de adver
tenties in de Courant, waaraan een omvangrijke boekhouding was ver
bonden. Het hoge peil van de buitenlandberichten in die jaren is te dan
ken aan het tijdrovende redactiewerk. Ze werden gemaakt op basis van
Haerlem Jaarboek 2002