zaal met ons 23 gedineerd, dus kind, gij kunt begrijpen dat Moeder het druk had en heel wat te karrelen om alles in orde te hebben, maar het is best naar genoegen afgelopen. Op de wekelijkse familieavonden in de Damstraat speelde zich meer een genoegelijk Biedemeier af, met spelletjes als het Ezelspel, of luisteren naar muziek van Spohr a quatre mains. De kring was breder dan het eigen huisgezin. De zuster van Johannes 111, Henriette Sophie (1790-1861) was getrouwd met de arts Joan Jacob van Meurs (1784-1850). De leden van de familie Van Meurs, neven en nichten dus, speelden een belangrijke rol bij het organiseren van toneelavonden. In de agenda's zijn vele sporen te vinden van een gestructureerd maar ook zeer persoonlijk familieleven. In de jaarlijkse dodenlijst zijn de levensbeschrijvingen van de overleden familieleden het langst. De dood van zijn vrouw Cateau in 1845 is een soort minibiografie. Ook worden nog eens alle verschillende kamers - in verschillende huizen - opgesomd waar al hun kinderen geboren zijn. Aangrijpend is het verslag over zijn dochter Woltera (1822-1855), die het laatste jaar van haar leven in het gesticht Meerenberg moet doorbrengen: 'Mijn dochter Woltera (is van kindsbeen af steeds, zoo men het heet, impressionabil, geweest'53* begint het verslag, waarna een uitgebreide beschrijving van het ontstaan van haar ziektebeeld volgt. Hoe persoonlijk en intiem de verhoudingen in het gezin waren komt vooral naar voren in de briefwisseling met de in Leiden studerende zonen Johannes (iv) en Jan Willem. Vrijwel dagelijks, soms zelfs twee maal op een dag was er briefverkeer tussen de Haarlemse Damstraat en de Bree- Silhouetten van Catharina Hillegonda van Walré en Johannes lil Enschedé, circa 1820-1830. FRANS WILLEM LANTINK

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2002 | | pagina 93