raadszitting van 21 november 1918 voorstellen om het eerst op een ak
koordje met Zandvoort te gooien, alvorens verder aan de Zeeweg te wer
ken. Een aanleg in deeltrajecten werd vanwege de benodigde doorgra
vingen om financiële redenen afgewezen. Indien onmiddellijk werd be
gonnen zou Zandvoort zijn voorwaarden niet zo makkelijk meer wijzi
gen. Zo rezen er moeilijkheden tussen Zandvoort en Bloemendaal. Na
tussenkomst van het Nationaal Steuncomité voerden de beide gemeente
besturen overleg met de minister van Binnenlandse Zaken, zodat Bloe
mendaal de weg mocht aanleggen zonder verdere verplichtingen onder
gronds werk op zich te nemen. Op 10 maart 1919 belegde Zandvoorts bur
gemeester J. Beeckman (1895-1925) daartoe een spoedvergadering. T> Het
gedeelte van de weg over de zeereep zou op dezelfde breedte van negen
meter gebracht moeten worden als de 910 meter lange Zandvoortse Bou
levard Barnaart.
Pas in juli 1930 zou deze boulevard tegen het symbolische bedrag van
één gulden aan de gemeente Zandvoort worden overgedragen.
Behandeling onteigeningswet Zeeweg
Het duurde drie jaar voordat de gevraagde onteigening in de vorm van
een wetsvoorstel was gegoten. Bij de bespreking van het wetsontwerp in
de Tweede Kamer op 7 juni 1918 diende met name het algemeen nut te
worden aangetoond. Er waren verzoekschriften van milieu-organisaties
binnengekomen, die om adequate voorzorgsmaatregelen verzochten
tegen het ernstige gevaar van bodemverontreiniging in het wingebied van
de drinkwaterleiding.
Omdat in het oorspronkelijke ontwerp ook een duinweg van Bloe
mendaal naar Zandvoort was opgenomen werd een amendement inge
diend om een zijtak in noordelijke richting in de wet op te nemen. Door
die noordelijke arm zou een flinke uitbreiding van Bloemendaal naar het
westen mogelijk worden en daarom was hier sprake van het zogenoem
de 'grote plan'. Uit vrees voor verontreiniging van het wingebied van de
Haarlemse waterleiding had men van deze ombuiging afgezien. De daar
voor in de plaats getreden zuidelijke tak vanuit de kom van Overveen zou
die ontwikkeling tegenhouden. Bovendien hadden de eigenaren van de
duingronden, als fervente jagers, meer belang bij een uitgestrekt duinter
rein. Dit voorstel tot wijziging werd echter met 61 tegen drie stemmen
verworpen. Dat de meerderheid van de Bloemendaalse raad die vreselijk
dure weg niet wenste, zoals een kamerlid betoogde, mocht niet verhinde
ren dat het onteigeningsvoorstel zonder hoofdelijke stemming werd aan
genomen.
Haerlem Jaarboek 2003