taren langs de zeekust en nabij de bebouwde kom van Overveen en het
Park Duin en Daal, buiten de verkoop waren gehouden, werd de gemeen
te van speculatieve grondaankoop beticht. 'Bovendien gingen de mensen
niet zo graag midden in de duinen wonen', aldus een raadslid. Daarnaast
ontbrak een goedgekeurde exploitatierekening en gold nota bene een
contractueel verbod om bij al die toekomstige bouwactiviteiten zand in
de duinen te winnen.
Op de aangekochte gemeentelijke duingronden kon een heel nieuw
dorp van zo'n 1600 villa's uit de grond gestampt worden met een hypo-
-108- thetisch bevolkingsaantal dat gelijk zou staan aan de gehele populatie
van de gemeente Bloemendaal. Wanneer de enorme duingebieden die er
aan beide zijden achterlagen in particuliere handen bleven, zouden die
wel eens op dezelfde wijze in exploitatie kunnen worden gebracht, zodat
men zou uitkomen op een totaal van vijfduizend villa's met 25.000 bewo
ners. 'Niemand geloofde, dat dit kon', aldus de commissie van onderzoek.
Om een dergelijke concurrentie te beletten zou de gemeente voor die pri
vate gebieden een bouwverbod kunnen opleggen. Anderen meenden dat
men over de bebouwing van een dergelijk groot terrein zeker 75 jaar zou
doen. 'Het was uitgesloten, dat alle nieuwe inwoners zich in de toekomst
juist op de terreinen langs de Zeeweg zouden neerlaten'.
Ontbinding koopcontract
Sinds oktober 1918 waren de erven Van der Vliet-Borski hun grond die
nodig was voor de aanleg van de Zeeweg kwijt zonder dat zij daarvoor
tot dusverre een vergoeding van de gemeente hadden ontvangen. Hoewel
de erven volgens het koopcontract van de duingronden veel geld zouden
krijgen wensten zij onder die omstandigheden de gesloten overeenkomst
zonder meer ongedaan te maken. De erven verklaarden zich tegelijkertijd
bereid nieuwe onderhandelingen met de gemeente aan te knopen, om
gunstigere bepalingen voor de exploitatie van de duinterreinen te verkrij
gen.
Ondanks alle tegenstand inzake de aankoop bleven er voorstanders in
de raad die zich niet hadden laten meeslepen door de inzet van de Zee
weg tijdens de verkiezingscampagne. Inmiddels meende burgemeester
jhr. Bas Backer dat de aankoop van de duingronden, anders dan in 1921,
toen hij bij het raadsbesluit nog had geapplaudisseerd, niet meer in het
belang van de gemeente was. Aangezien de plaatselijke grote financiers
hadden ingestemd met het adres tegen de grondaankoop, kon men er
geen geld voor lenen. Daarop uitte de Zeewegcommissie haar ongenoe
gen over de voortdurende tegenwerking. Een volgend uitbreidingsplan
Haerlem Jaarboek 2003