Consumptietent aan de Zeeweg, (avk, coll. Bloemendaal) dreef in hun woon-winkelhuis in het Overveense Tuindorp een kruide niers- en broodwinkeltje. Strandbad en overige exploitatie De Bloemendaalse architect S. Snuyff wenste een gedeelte van een talud in de kuststreek in erfpacht krijgen om daar een badinrichting te creëren. Over de voorwaarden wilde Snuyff snel tot een akkoord komen, want zo schreef hij in januari 1922 aan de grondcommissie: 'daar het in mijn be doeling ligt, op de dit jaar in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam te houden tentoonstelling van Ideeën, Vindingen en Ontdekkingen een tableau te exposeeren met het pavillioen-strandbad als onderwerp'. 141 Zijn plan bestond uit circa 200 kleedplaatsen, douchekamers, een rijwiel stalling en een afdak voor wachtend publiek. Hoewel dit voorlopige plan 'zeer in den smaak' van de grondcommissie viel, kon over erfpacht van de grond nog niet worden onderhandeld omdat de gemeente deze nog moest aankopen en een voorstel daartoe door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland werd aangehouden. Gedurende het eerste zomerseizoen bestond er nog geen gereguleerde strandexploitatie. Er werd zelfs geklaagd over misstanden. Zo deelde ondernemer Dijkstra de Zeewegcommissie in mei 1922 mee, dat hij nood zakelijkerwijze één slaapgelegenheid voor zijn personeel had opgeofferd om in de schuur bij zijn paviljoen een tweetal extra privaten voor de bad gasten onder te brengen. HENRI SPIJKERMAN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2003 | | pagina 113