Ontwerp voor de strandbar Kennemwijk van de Bloemendaalse architect
S. Snuyff, 1922. (avk, Archief grond- en Zeewegcommissie over 1921-1923)
-112—
Als gevolg van de noodzaak van deskundig toezicht over de badenden,
werd door de gemeente vergeefs een oproep per advertentie geplaatst
voor een badman met zwemdiploma én kennis van de zeestromingen. De
raad stond in april 1922 voor de keuze of een badinrichting wenselijk was.
De plannen varieerden van voorzieningen met een dertigtal badkoetsen,
waardoor ook koetsiers met paarden nodig waren, tot een tentinrichting
voor zo'n veertig personen met wastobben op het strand. Een strand
stoelenexploitatie leek nog het meest lucratief. Voor de meerderheid in de
raad hoefde Bloemendaal echter geen badplaats te worden en in plaats
van het regelen van het strandtoerisme zou men liever een aantal waar
schuwingsborden tegen het baden willen plaatsen. 15> Door het Rijk werd
over een lengte van ongeveer vier kilometer het strand aan de gemeente
verpacht. Het strandtoerisme stond echter nog geheel in de kinderschoe
nen; op aanbiedingen voor het pachten van enkele percelen grond werd
niet eens ingegaan.
De zaken verliepen niet altijd voorspoedig. Exploitant W. Dijkstra en
strandpachter J. Dijkhuis verzochten in 1924 wederom om vermindering
van hun pachtsom. Beiden hadden de afgelopen tijd niets verdiend. Hoe
wel b en w tot een lager tarief bereid waren, zag de raad eigenlijk meer in
een openbare verpachting. Daaraan zou de voorwaarde moeten worden
verbonden dat op de zeereep te midden van het mooie duinlandschap
niet langer 'zulke monsterachtigheden blijven als de gebouwen die er
thans stonden.' Een raadslid 'wist niet wat hij zag toen hij al dat lelijks
voor het eerst ontwaarde'. De raad vond dat de opgeschilderde reclames
niet meer toegestaan mochten worden en dat naar voorschrift van het
gemeentebestuur de gebouwtjes geel geschilderd moesten worden met
een blauwe rand. De exploitanten moesten de wintertijd maar gebruiken
om één en ander mooi op te knappen. Anderen zeiden, dat de exploitan
ten veel kosten hadden moeten maken en nu liet de gemeente hen mis
schien alles afbreken om er bij publieke aanbesteding meer geld uit te
kunnen slaan. Moest deze pioniers niet nog enige jaren de gelegenheid
Haerlem Jaarboek 2003