worden gegeven hun schade in te halen? Daarnaast was er protest tegen
het gehele beleid. Maar wanneer men binnen een aantal jaren de aanlig
gende bouwterreinen wilde bebouwen moest men dat niet tegenwerken
met 'onooglijke' tentjes en garages, maar de hele verpachting stopzetten,
zo meende men.
De pachtsom werd overigens gehalveerd en voorzover het door J. Dijk
huis gepachte strandgedeelte met strandstoelen en badtentjes betrof werd
in oktober 1924 besloten deze voortaan publiekelijk aan te besteden voor
een periode van drie jaar. Reeds eerder in juli 1924 was door de gemeen
te goed gevonden om de badinrichting bij mooi weer ook tot 's avonds —113—
19.00 uur open te mogen houden.
Begin 1927 verzocht Dijkhuis de gemeente om de pacht van het strand
over te doen aan zijn plaatsgenoot W. Paap uit Zandvoort, hetgeen werd
toegestaan. Omdat streng op onzedelijk gedrag gecontroleerd werd kreeg
Paap in mei 1928 van gemeentewege toestemming om voor het verkleden
van de badgasten een aaneengesloten complex van zestien houten bad
hokjes aan het strand te plaatsen. Collega-ondernemer P. Witkop zette in
april 1929 het dubbele aantal neer en introduceerde een zonnebadinrich
ting met consumptietent.
Busdienst op de Zeeweg
In maart 1923 bood de firma J. Backhuys Zonen aan om een geregelde
dienst met 'luxe wagens' over de Zeeweg te onderhouden, maar dan
moest er wel een garage langs de weg worden gebouwd om de auto's te
stallen. 'Verleden jaar durfde een fatsoenlijk mensch geen gebruik te
maken van de voertuigen die het verkeer met het strand onderhielden',
aldus een raadsverslag. Aangezien dan in elk geval dagelijks werd gere
den, verleende de gemeente voor een periode van drie jaar een concessie
voor vijftig gulden per maand. De bus- en taxistandplaats was aan de
Militairenweg, hoek Bloemendaalseweg.
Vanaf 1930 werd de exploitatie van de buslijn voor de komende drie
jaar door de raad aanbesteed. Een viertal autobusondernemingen schreef
in, mits de gemeente een jaarlijkse subsidie beschikbaar zou stellen. Bij
goede zaken zou dan een bepaald percentage van de nettowinst weer aan
haar worden afgestaan. Terwijl het gewone bustarief een stuiver per per
soon was, moest voor een ritje op deze lijn maar liefst een kwartje wor
den neergelegd. Wegens faillissement werd de aanbieding van de Bloe-
mendaalse firma W.C. Olie buiten beschouwing gelaten. Ook de
Amsterdamse n.v. Continentale Automobiel Maatschappij toonde inte
resse. Aan de firma Backhuys werd de lijn gegund. Die moest een waar-
HENRI SPIJKERMAN