Nederlandsche Israëlitische Hoofdsynagoge naar de Tetterodeweg een veel goedkopere oplossing zou zijn. De bewoners van de Militairenweg zouden dan meteen veel minder last hebben van het voortdurende getoe ter van passerende auto's. Omdat zo'n nieuwe route niet alleen een voor waarde was voor de exploitatie van de Zeeweggronden, maar ook voor als er ooit een tram zou komen, werd eveneens tot de aanleg van de Spoorlaan, zoals deze verbinding vanwege de nabijgelegen spoorlijn zou gaan heten, besloten. Er was wel een gevaarlijke helling in de bocht naar de Zeeweg aanwezig, zodat langzaam moest worden gereden. De Zeeweg was al gauw in trek bij automobilisten en motorwielrijders. -115- De dagbladen stonden al direct vol met berichten over hun onbezonnen rijgedrag. De Koninklijke Nederlandse Automobiel Club wilde zelfs wed strijden op de Zeeweg houden. Omdat alleen een maximumsnelheid voor wegen binnen de bebouwde kom kon worden voorgeschreven, viel daartegen niet op te treden. Aan het begin van de Zeeweg postte uit voorzorgsmaatregelen een verkeersagent ter hoogte van de 'fuik' die bij Kweekduin was ontstaan. Zware vrachtauto's wilde men op de gerenommeerde autosnelweg bij voorkeur weren. In 1924 werd voorgesteld de ene helft van de Zeeweg voor het autoverkeer en de andere helft uitsluitend voor wielrijders en wandelaars te bestemmen. Een maatregel op het gebied van de verkeers veiligheid die niets zou kosten! 'Het was een ramp voor de gemeente dat die Zeeweg tot stand gekomen was', valt in een raadsverslag van 1924 te lezen, 's Nachts zou de Zeeweg zelfs worden gebruikt voor het inrijden van nieuwe auto's. Indien de politie niet afdoende kon optreden, dan moest de weg maar voor het verkeer worden afgesloten, zo luidde de con clusie. In de jaren dertig werd het middengedeelte dat bestemd was voor de oorspronkelijk geplande trambaan door fietsers in gebruik genomen. Nog voor de Tweede Wereldoorlog zou de hele Zeeweg door directeur publie ke werken De Jong worden gereorganiseerd. De naam Zeeweg werd pas bij raadsbesluit van 21 juni 1928 officieel vastgesteld. Aangezien de weg ondanks alle kritiek zo'n geweldig pres tigeobject bleef, schreef de gemeente dadelijk na de annexatie in 1929 een prijsvraag uit voor een nieuw bestuurscentrum met wat woningbouw aan het begin van de Zeeweg. Het oude raadhuis van de Haarlemse architect J.D. Zocher jr. stond door de grenswijziging namelijk net iets té dicht bij de grens met Haarlem. Hoewel een aantal landelijk bekende architecten meededen, zou de economische crisis alle plannen doen mislukken. 16> Intensieve bebouwing langs de Zeeweg is in de praktijk vrijwel niet van de grond gekomen. Dat was geen vanzelfsprekende zaak. De strijd om HENRI SPIJKERMAN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2003 | | pagina 117