'Er heerste zondag in Haarlem een ernstige, maar niet sombere geest. De geheele dag heerste voor ons bureau in de Grote Houtstraat een ontzaglijke drukte. De mensenmenigte verdrong zich om de tijding zo spoedig mogelijk te lezen. Aanleiding van de rustige stemming is in de eerste plaats het besef, dat wij Nederlanders ons niets te verwij ten hebben ten aanzien van de oorlog. Ons geweten is zuiver. Wij haten niemand en wensen met een ieder in vrede te leven. Ziedaar een moreel voordeel, dat niet gering moet worden geschat.' -lo- Maar de vrede die men beoogde werd meteen al danig verstoord. In de eerste weken van de Duitse opmars raakte het internationale wisselver- keer ernstig in de war. De koersen tuimelden omlaag. Op 28 augustus, twee weken na de Duitse inval, werd de Amsterdamse beurs gesloten. Men wilde hiermee voorkomen dat effecten ver onder de werkelijke waarde verkocht zouden worden. Toch had de paniek al bij de bevolking toegeslagen. Huisvrouwen bestormden kruidenierswinkels. Zilvergeld werd gespaard en opgepot (men was massaal kwartjes aan het verzame len), terwijl bankbiljetten tegen een lagere geldwaarde werden ingeruild voor zilvergeld. Bij Guépin en Van der Vlugt, agent van de Nederland se Bank met kantoor aan het Spaarne, stonden rijen tot ver in de Dam straat. 2) Het gehele betalingsverkeer dreigde vast te lopen. Het uitbetalen van loon werd door het ontbreken van muntgeld vrijwel onmogelijk. De Werf Conrad probeerde dit probleem op te lossen door wettelijk niet toege staan eigen geld uit te geven. De Haarlemse winkeliers accepteerden dit betaalmiddel en ruilden de een-, anderhalf- en vijfguldenbonnen waar mee betaald werd, weer in bij de Werf Conrad tegen wettig geld. 5' Mobilisatie 4) De algehele mobilisatie werd uitgeroepen om, indien nodig, aan een eventuele oorlogsdreiging het hoofd te kunnen bieden en om de strikte neutraliteit die Nederland voorstond te kunnen waarborgen. Op 30 juli 1914 werden alle grootverlofgangers en reservepersoneel onder de wape nen geroepen en 90% van de mannen gaf daaraan gehoor. Op 1 augustus 1914 stroomde de infanteriekazerne in Haarlem aan de Koudenhorn vol met militairen en ook bij de Ripperda-kazerne was de drukte enorm. Burgemeester jhr. mr. W.B. Sandberg had de dag tevoren aanbevolen geen sterke drank te schenken, zodat alles ordelijk zou verlopen in de propvolle kazernes. Naar schatting zijn er - het juiste aantal hield men strikt geheim - 4000 a 5000 militairen in Haarlem ingekwartierd geweest gedurende de oorlog. Haerlem Jaarboek 2003

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2003 | | pagina 12