-138-
'Nog zelden voelde Haarlems vest
Zich zoo tevreê en opperbest;
Daar was muziek uit Oostenrijk,
Of men ze ook hier niet had - wel kijk!
Maar bij het echte Hollandsch feest
Is altijd toch wat vreemds geweest.
Men blaasde, streek, men tromde en zong,
Men feestdineerde, dronk en sprong;
Men stak ballons en pitjes aan,
Langs "Hout" en Sparenhovensch baan;
Men voer in Gondels op de plas
Alsof het op den Arno was.
De feestcommissie, dag en nacht,
Had zich bij beurten suf gedacht;
De burgemeester, steeds gereed,
Was alle nachten nat van 't zweet.
Men stelde permanent ten toon;
De Spaarne-stad was nooit zoo schoon;
Men leefde als in Luilekkerland
En lag de zorgen aan den band.
Zoo ging het voort maar, week aan week,
pmi;
Haerlem Jaarboek 2003