gevoerd. Door de museale opstelling van het achttiende-eeuwse plafond
en de afwijkende afmetingen daarvan konden ze niet op de oorspronke
lijke plek teruggeplaatst worden. In plaats van de indruk te geven het pla
fond te ondersteunen, zou het lijken alsof de vier figuren aan het plafond
hingen. Ook zou veel van de achterzijde van de beelden zichtbaar zijn.
De zogenaamde 'museale opstelling' aan de wanden van de kamer doet
recht aan de geschiedenis van de kamer en het plafond. De gevonden
oplossing is zonder meer geslaagd, al heeft hun aanwezigheid bij sommi
gen wat vraagtekens opgeroepen.
—148- Tot slot werd stof voor de stoelen uitgezocht en zijn deze opnieuw ge
stoffeerd. Voor de bestaande tafel werd een nieuw tafelkleed gemaakt.
Boven deze vergadertafel zijn drie armaturen van Roberto Luovica
Palomba opgehangen type 'Dom Grande' die, net als de spots in het pla
fond, dimbaar zijn. Dit heeft als voordeel dat de ruimte ook voor andere
doeleinden gebruikt kan worden.
Particuliere restauraties
florapark 13 (rijksmonument, cascoherstel indelingswijziging).
Het Florapark ontstond op initiatief van de stad Haarlem. De gronden
werden in 1873 door de stad van de Doopsgezinde Gemeente gekocht met
de bedoeling hier een villapark te stichten in navolging van het Frederiks-
park, Kenaupark en de villabebouwing op de Bolwerken. Nog in hetzelf
de jaar werd een bebouwings- en inrichtingsvoorstel van de bekende
landschapsarchitecten J.D. en L.P. Zocher ingediend en door de gemeen
teraad goedgekeurd. Van 1880 tot 1893 werd het park bebouwd met stads
villa's. In totaal werden acht vrijstaande en drie dubbele villa's gebouwd.
Eén villa, op de hoek met de Wagenweg, werd in 1939 afgebroken en ver
vangen door het huidige schoolgebouw. In 1999 werden alle overige vil
la's opgenomen in het register van rijksmonumenten.
Eén van de vroege villa's die gebouwd werden is de dubbele villa ge
nummerd 12-13. Het ontwerp werd geleverd door de architecten D. Storm
en F. van der Gragt. In tegenstelling tot de andere villa's is deze dubbele
villa direct aan de straat gelegen. Opvallend is de asymmetrische vorm
geving van het hoofdvolume, waarbij de toren, de geveltop met schijn-
spant en de erkers de meest opvallende onderdelen zijn. De verdiepingen
staan als het ware op een stevig fundament, de begane grondverdieping,
die opvalt door de geringe verdiepingshoogte. Centraal gelegen zijn daar
de beide hoofdtoegangen. Door deze opbouw krijgt de eerste verdieping
iets voornaams. Zeker vanuit het interieur gezien is vandaar uit een fraai
Haerlem Jaarboek 2003