aan particulieren te verkopen, b en w namen dat advies over en besloten
het terrein opnieuw te verhuren voor een periode van dertig jaar tegen
een jaarlijkse huursom van zestig gulden. De huur werd steeds voor lan
gere termijn verlengd.
In 1865 vonden de eerste wijzigingen aan het gebouw plaats toen ter
hoogte van de eerste verdieping een woning voor de kastelein (conciër
ge) werd ingebracht en aan de zuidzijde twee nevenzalen werden aange
bouwd. Deze éénlaagse aanbouwen werden in beide hoeken van de
bestaande T-vorm opgetrokken. Gezien de tijd zou J.D. Zocher hierbij be
trokken kunnen zijn geweest.
Inmiddels was ook het gehuurde terrein uitgebreid tot vierendertig
roeden en omrasterd met een ijzeren hek. In 1897 bleek Dreefzicht in een
zeer bouwvallige toestand te verkeren en werd het uitgebreid met een
'groote buitenhal' van waaruit men overdekt van de muziek kon genie
ten. Volgens zeggen diende deze hal tevens voor het stutten van het
gebouw. Men vond al in die tijd dat het niet bijdroeg tot de verfraaiing
van het geheel. Waar deze buitenhal precies stond is niet duidelijk, maar
mogelijk gaat het hier om de bouw van een permanente serre aan de
noordzijde. Het sociëteitsgebouw was toen allang niet meer alleen 's zo
mers in gebruik. Met name de twee nevenzalen werden ook in de winter
voor bijeenkomsten door de leden gebruikt.
In 1922 verkocht Trou moet Blijcken de buitensociëteit en de op het
terrein aanwezige muziektent voor Fl. 1500,- aan de gemeente Haarlem.
Deze verkocht het complex even later aan de heer en mevrouw H. Th.
van Looy. Onder hun leiding werd de oude sociëteit als café onder de
naam Café Dreefzicht voortgezet. De grond bleef eigendom van de stad
en werd van de gemeente gehuurd. Zij vroegen in 1927 vergunning tot het
verbouwen van de toiletruimte. Deze bevond zich als aanbouw aan de
westkant (zijde Koningin Wilhelminalaan) in het verlengde van een serre
en bestond uit een houten optrekje. Voor de vrouwelijke bezoekers was
één toilet beschikbaar, voor de mannen één toilet en twee urinoirs. De
nieuwe toiletruimte werd groter en in steen uitgevoerd. Voor de vrouwen
kwamen nu drie toiletten en twee wastafels, voor de mannen één toilet,
drie urinoirs en één wastafel. De vloer was in granito uitgevoerd. De mu
ren aan binnen- en buitenzijde gepleisterd. Verdere afwerking en kleur is
niet bekend, behalve dat aan de binnenkant tegels waren aangebracht.
Evenals het oude was het nieuwe toiletgebouwtje toegankelijk vanuit de
grote zaal.
Vervolgens werd in 1938 een vergunning gevraagd voor de aanleg van
een terras aan de noord- en oostzijde van het gebouw. Het ontwerp werd
geleverd door architect F.M. Kramer. Het nieuwe terras met een grootste
MONUMENTENZORG