I 11 J :n jiw p*f ■«■O i.Tpnf *-}• werden echter steeds schaarser; slechts enkele kwamen nog binnen uit Argentinië en Spanje.8) De werf Hubertina wist zich eveneens staande te houden en zag haar activiteiten in 1915 zelfs toenemen. Bij de scheepswerf J.D. Brouwer IJmuiden was er genoeg werk, want de productie van zee waardige zeilloggers ging tijdens de oorlog door. De Machinefabriek Figee richtte zich in de eerste jaren van de oorlog op de binnenlandse markt.91 De productie van hijswerktuigen was in 1915 toegenomen. Door de werktijden te verkorten vielen er geen ontslagen, dit mede ten gevolge van het door de mobilisatie ingekrompen perso neelsbestand. De rijtuigenfabriek Beynes wist zich ook zonder ontslagen draaiende te houden, dankzij de reductie van ongeveer 20% van de werk nemers ten gevolge van de mobilisatie. Zo lieten de jaren 1915 en 1916 over het algemeen nog een bevredigen de omzet zien. Vele orders die voorheen in het buitenland werden ge plaatst, bleven nu binnen de landsgrenzen. Dit gold eveneens voor de orders van het Departement van Koloniën die voorheen naar België en Duitsland gingen. Voor de Haarlemse ijzer- en kopergieterij braken zelfs drukke tijden aan. Een bedrijfstak als de textiel kreeg aanvankelijk te maken met een stagnerende import en export. Maar al gauw beleefde de binnenlandse -14- :isfSSB\f ï>m wËÊmêm i' 'w De werf Conrad rond 1900. (coll. Kennemer Atlas) Haerlem Jaarboek 2003

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2003 | | pagina 16