worden. In de muur tegenover het altaar is een gedenksteen geplaatst, waarop men in gouden letteren de volgende inscriptie leest: d.o.m. In honorem b.m. v., s.t. Auxilium Christianorum Hoe Sacellum Poni Curaverunt nn. dd. J.J. Beynes en T. Spree. Ter eere van de Maagd Maria, onder den titel van "Bijstand der christenen" is deze kapel gesticht door de Weled. hh J.J. Beynes en T. Spree. Allan noemt L. Hezenmans als naam van degene die voor die afwerking verantwoordelijk was. Lambert Christianus Hezenmans (1841-1909) volg de zijn opleiding aan de Koninklijke School voor Nuttige en Beeldende Kunsten in Den Bosch. Vanaf het begin was hij betrokken bij de restau ratie van de St. Jan en hij was vanaf 1863 verantwoordelijk voor de res tauratie van al het beeldhouwwerk. Hij maakte daarvoor alle gedetail leerde werktekeningen, inclusief het aanvullend beeldhouwwerk. Vanaf 1868 trad hij op als architect voor de herstellingswerkzaamheden aan het exterieur. Zijn bemoeienissen met het interieur zijn vrijwel alle gebrand schilderde ramen, verschillende altaren, beelden en de inrichting van het hoogkoor. Andere voorbeelden van restauraties van zijn hand zijn de stadhuisgevel in Gouda, de toren van het stadhuis Middelburg, de Pie terskerk in Oirschot en het kasteel Maurick in Vught. Tussen 1880 en 1906 voerde hij regelmatig inspectie uit ten behoeve van de rijksadviseurs voor monumenten, vaak samen met Pierre Cuypers. Van 1903-1909 hield hij zich bezig, als lid van de Rijkscommissie, tot het opmaken van de een 'Inventaris en eene Beschrijving van de Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst'. Daarnaast was hij ontwerper van een aantal neogotische kerken in Noord Brabant en ontwerper van een groot aantal kerkelijke interieurs en/of onderdelen daarvan. Een voorbeeld van het laatste is de grote kerk van Oss, waarvoor hij het decoratieprogramma ontwierp, waarvan de glazen werden uitgevoerd door Capronnier en de polychromie door de Firma Goossens en Zoon. Zijn samenwerking met de beroemde bouwmeester P. Cuypers plaatst het werk van Lambert Hezenmans in een bijzonder perspectief, n.l. in de onmiddellijke nabijheid van de topfiguur van de neogotiek in Nederland. Dat maakte dat de onderzoekers van de kapel extra op hun hoede waren. En terecht, naar later bleek. De beschildering van de Haarlemse kapel, zoals deze werd aangetroffen is een uniek voorbeeld van de afwerking van een dergelijke kapel. Juist dit soort beschilderingen zijn in het recen te verleden met weinig respect behandeld en in veel gevallen zelfs volle dig verdwenen. Ook in de Haarlemse kapel zijn de beschilderingen in later jaren door andere afwerklagen aan het oog onttrokken. Uit onder- Haerlem Jaarboek 2003

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2003 | | pagina 174