Frans Olde Rikkert 21 maart 1938-17 maart 2003 'Een bevlogen mens voor de samenleving, altijd bereid na te denken hoe hij iemand uit problemen zou kunnen helpen. Frans is de heraut van de vriendschap.' Zo typeerde iemand ooit Frans Olde Rikkert. Een warme persoonlijkheid, die voor een ieder tijd maakte en die van een brede oprechte belangstelling getuigde. Op 17 maart 2003 overleed hij op 64- jarige leeftijd aan de gevolgen van een hartkwaal. Hij was getrouwd met de kunstenares Joos Clijsen en uit een eerder huwelijk had hij twee doch ters. Samen met Joos Clijsen verdiepte Frans Olde Rikkert zich met de ge drevenheid die hem zo eigen was in alle mogelijke facetten van de beel dende kunst. Zo steunde hij haar in het organiseren van veel exposities en als het moest, dan werd hun huis aan het Ripperdapark zoveel moge lijk daarvoor ontruimd, zoals bijvoorbeeld tijdens de jaarlijkse Kunstlijn. Het laatst stond hij haar bij met het opzienbarende kunstwerk Apocalyps, een project van 24 enorme loden doodskisten, die geplaatst werden op de eeuwenoude grafzerken in de Grote of St. Bavokerk. Met Pasen, op 20 april 2003, kreeg het project tijdens een groots opgezette performance zijn apotheose toen met ratelende kettingen bevestigd aan de gewelven van de kerk alle kisten werden geopend. Hoe graag had Clijsens echtgenoot daarbij aanwezig willen zijn. Frans Olde Rikkert was in Haarlem een bekende figuur met een vro lijke, hartelijke uitstraling. In het bijzonder door zijn niet aflatende op merkelijke activiteiten op het gebied van justitie viel hij op. Altijd ging hij uit van het goede in de mens en dat kwam hem geweldig van pas als beleidsmedewerker van de Haarlemse Reclasse ring. Mensen weer op het goede pad helpen, daar geloofde hij heilig in en daar wilde hij alles voor doen. Dat hij daarbij ook wel teleurstellingen on dervond, leek hem nau welijks te deren. Dat was in elk geval nooit een aanleiding voor hem om het bijltje er bij neer te gooien, nee, het leek hem Haerlem Jaarboek 2003

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2003 | | pagina 210