In de Rijkskweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen aan de Leidsevaart zijn Belgische vluchtelingen aan de was, 1914- (coll. Kennemer Atlas) digd en 4 augustus daarop vielen Duitse troepen België binnen, die zich van de afwijzing van de eis tot vrije doorgang over Belgisch grondgebied niets aantrokken. Bij de Duitse inval trok het Belgische leger zich terug, eerst in Leuven, later in Antwerpen. Deze stad kwam op 7 oktober onder vuur te liggen en viel op 10 oktober in Duitse handen.Vanuit deze stad kwam een geweldige stroom van ongeveer een miljoen vluchtelingen op gang, waarvan er begin oktober 1914 honderdduizenden de Nederlandse grens overtrokken. Op 8 oktober verzocht P.W.A. Cort van der Linden, premier en minister van Binnenlandse Zaken, aan de commissarissen der Koningin bij hun burgemeesters te informeren hoeveel vluchtelingen per gemeente zij dachten onder te kunnen brengen, want de zuidelijke pro vincies dienden qua vluchtelingenaantal ontlast te worden. Over het spoorwegnet werden in die dagen toen 120.000 vluchtelingen elders in het land ondergebracht. Aan een echt vluchtelingenbeleid ontbrak het nog in Nederland. De opvang van vluchtelingen was vooral een zaak van particulieren. Toen de situatie uit de hand dreigde te lopen, werd duidelijk dat enige onder stand' van regeringswege noodzakelijk was. Vluchtelingen die niet in WIM DUBA M.M.V. TONY LINDIJER

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2003 | | pagina 21