tijk bleek de gemeente een toeslag te geven op uitkeringen uit de kassen
van deze vakorganisaties. 12>
Aangezien het opgebouwde vermogen in de kassen van de vakbonden
ontoereikend was om het groeiende leger werklozen te steunen, werd er
naarstig naar andere mogelijkheden gezocht. Van overheidswege bood
toen de Noodregeling Treub uitkomst, die 22 augustus 1914 in een schrij
ven aan het Gemeentebestuur werd aangekondigd en ingesteld. Deze
hield in dat de gemeente en de Staat elk voor de helft de uitkeringen van
de werkloosheidskassen zouden overnemen. Een nieuw stelsel van uit
keringen werd 1 januari 1917 als Werkloosheidsbesluit 1917 van kracht.
Daardoor ontvingen de kassen van de vakorganisaties een subsidie over
de ingekomen bijdragen van de leden, wat een financiële verbetering
betekende ten opzichte van de oude regeling, waarbij subsidie werd ver
leend over de uitgekeerde bedragen. Eind 1918 werd in Haarlem door 26
kassen tezamen aan 3672 verzekerden in totaal 20.772 gulden uitgekeerd:
tweemaal zoveel als op 1 september 1914. M'
Aan niet-georganiseerde werklozen werd steun verleend door het op
10 augustus 19x4 opgerichte Koninklijk Nationaal Steuncomité. Aan
vankelijk had het Steuncomité drie taken: bestrijding van werkloosheid
van de niet-georganiseerden, advisering over voorraadvorming en distri
butie bij de gemeente, en het lenigen van directe nood onder de niet-geor-
ganiseerden. Mensen die voor steun in aanmerking kwamen moesten
wekelijks hun inschrijfkaart laten afstempelen. Zo werden in de periode
augustus tot december 1914 6500 personen geregistreerd.
Het comité was voor financiële hulp voor een groot deel afhankelijk
van giften van de Haarlemse bevolking. Aanvankelijk kon men op grote
sympathie rekenen, maar naarmate de oorlog voortduurde, liepen de gif
ten terug. Steeds meer werd een beroep gedaan op de overheid, die zich
op het standpunt stelde dat haar bijdrage niet hoger zou zijn dan het
bedrag door de burgers bijeengebracht. De toegekende bijdragen bedroe
gen per burger slechts enkele guldens, aan gehuwden iets meer dan aan
ongehuwden: bedragen waar men nauwelijks van kon rondkomen.
Onder invloed van het lichte economische herstel van 1915 wilde het
Steuncomité zijn activiteiten opschorten. Zo werd begin 1916 de steun
verlening aan bouwvakkers beëindigd. In Haarlem was toen een groot
aantal bouwprojecten gestart, zoals de bouw van de nieuwe schouwburg
aan het Wilsonsplein, het Stoopbad in Overveen, het postkantoor op de
hoek van de Raaks en de Gedempte Oude Gracht en een woningbouw
project aan de Harmenjansweg.
Ondanks de druk op het Comité om de werkzaamheden te hervatten
- er was achterstand in de levensbehoeften, ook bij bouwvakkers - bleef
Haerlem Jaarboek 2003