voor een omgeving waar werk beschikbaar was. Ook zag de Arbeidsbeurs kans om enige personen in Duitsland te werk te stellen. Dit was maar voor korte duur, want de meesten keerden zo gauw mogelijk weer terug vanwege de grote problemen die men daar ondervond. De lonen die men uitbetaalde waren hoog, maar ook de prijzen van de dagelijkse levensbe hoeften. 20> Om de bouw in de stad te stimuleren en particuliere opdrachtgevers niet af te schrikken, stelde de Kamer van Koophandel maatregelen voor om de bouw van nieuwe woningen voor kleinere huurders te bevorderen, goed voor weer wat werkgelegenheid. Men dacht vooral ook aan projec- 25— ten op het gebied van grondwerken, waarbij de levering van materialen minder een rol speelde.21) Tegenover het algemene tekort aan werkgelegenheid stond het gebrek aan geschoolde werkkrachten en de moeilijk te vervullen vacatures op de arbeidsmarkt ten gevolge van de velen die onder de wapens geroepen waren. Dit terwijl er goed geschoolde (Belgische) vluchtelingen in op vangcentra zaten die graag wilden werken. Zo werden in 1915 in district Haarlem 14 Belgische vluchtelingen te werk gesteld als mandenmaker, papiersnijder, spijkermaker, bankwerker, maar ook als horlogemaker bij verschillende bedrijven. Een jaar later was het aantal te werk gestelde 'geïnterneerden' toegenomen tot 124 personen, waaronder 40 metaalbe werkers en 29 in de land- en tuinbouw. 22) Het distributiestelsel De schaarste aan eerste levensbehoeften werd een zodanig probleem dat ingrijpen van de regering niet kon uitblijven. Aan twee grondbeginselen van de economische orde werd toen tijdelijk een einde gemaakt, name lijk die van de vrije prijsvorming en die van de vrije consumptie. De rege ring zag zich voor de taak gesteld iedereen zijn deel te geven voor een redelijke prijs. In augustus 1914 werd al aan de hand van de Levensmiddelenwet opge treden tegen prijsopdrijving en het vasthouden van levensmiddelen, huis houdelijke artikelen en brandstoffen. Tevens werden maatregelen van kracht om de graanvoorraad zoveel mogelijk op peil te houden door aan kopen te doen in Amerika. Het graan werd centraal verdeeld aan de meelfabrikanten ter verwerking, waarna het meel werd afgeleverd aan bakkerijen, dit alles tegen vastgestelde prijzen. Het systeem van prijsbe- heersing resulteerde na verloop van tijd in brooddistributie, gebaseerd op de Distributiewet van 1916. Deze wet verplichtte het gemeentebestuur ervoor te zorgen dat er voldoende levensmiddelen en huishoudelijke arti- WIM DUBA M.M.V. TONY LINDIJER

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2003 | | pagina 27