7 7
W 200
200
IBB MHEhSb BIBiBSMIl
'fö 4^. (/(rif 1 (k^<£^
/l£.o(-i-</ <7~trv\ Ji-Zsx~ OCcLü
build brood per persoon per dag kon kopen voor 6 cent. De eerste uitgif
te van broodkaarten in Haarlem liep van 27 mei tot 13 juni 1915 en op
17 juni werd het eerste brood 'op de bon' verkocht. Bij de eerste uitgifte
werden 6000 bonkaarten uitgereikt, de volgende keren liep dit aantal op
tot ongeveer 10.000.
Vanwege de schaarste aan broodgranen begon men te experimenteren
met de samenstelling van het meel. Zo keurde een verslaggever van
Haarlems Dagblad een brood, gebakken van een mengsel van meel en
gemalen tulpenbollen. Zijn commentaar luidde: 'Wij willen niet verhelen
dat gewoon brood ons beter bevalt. Het mengsel tarwemeel en tulpen
bloem kon ons niet bekoren. De smaak valt ons niet bijzonder op, maar
de nasmaak van dit brood is onaangenaam.'24)
Uiteindelijk kwam men tot een soort noodbrood, of zoals het werd
genoemd 'regeringsbrood', gebakken uit half om half gebuild en onge-
build meel, waarvan de samenstelling zo nu en dan werd aangepast als de
graantoevoer uit het buitenland stokte. In 1917 mochten de meelfabrieken
meel afleveren vermengd met 30% aardappelmeel. Voorts werd door de
regering bepaald dat uit 100 kg meel voortaan 10 kg meer brood moest
worden gebakken. Het 'regeringsbrood' werd door ca. driekwart van de
Haarlemse bevolking gegeten.
Naast de verschillende soorten brood werden ook distributiekaarten
uitgereikt voor boter, kaas, meel, eieren, aardappelen, groenten en ande
re levensmiddelen. De distributie van brandstoffen zoals kolen en petro
leum volgde in 1917. Van haar bevoegdheid om distributieregelingen vast
te stellen heeft de Nederlandse regering dus noodgedwongen een steeds
ruimer gebruik moeten maken.25)
IH J 18« weak
<tra?« erood <>t fp| ifeïé ptjf&ti
W-: I8fi/wtè
WIM DUBA M.M.V. TONY LINDIJER