De Middenstandskeuken was een andere instelling op het gebied van
voedselvoorziening. Deze werd begin 1917 opgericht en beoogde voor ver
schillende lagen van de bevolking gevarieerde menu's te bereiden tegen
verschillende prijzen al naar gelang de financiële draagkracht. In de eet
zaal, gevestigd in de Voorhelmstraat, stonden tien tafeltjes voor enkele
personen en twee grote tafels waar dertig mensen plaats konden nemen,
alle met witte tafelkleedjes gedekt. Net geklede dienstertjes met een koket
wit kapje op zorgden voor de bediening. Het avondmenu bestond de eer
ste dag uit runderlapjes gevuld met gehakte blinde vinken, andijvie en
-46- aardappelen, dit alles tegen de prijs van 50 cent. Tussen 12 en 2 uur 's mid
dags werden de zogenaamde - wat eenvoudigere - 30-cent-menu's ver
strekt. 41)
Tenslotte was er nog het Fonds van wijlen P.H. Klarenbeek dat in 1918
kans zag aan 63 behoeftigen regelmatig grutterswaren te verstrekken. Het
in 1659 gestichte Fonds van J.J. Blommert verstrekte wekelijks aan oude
vrouwen brood en andere zaken.42)
Het gemeentebestuur heeft geprobeerd zich zo goed mogelijk door de
moeilijke tijd heen te slaan. Het trachtte onder meer de voedselschaarste
te bestrijden door circa tien ha. grond geschikt te maken voor het ver
bouwen van aardappelen en groente. De plantsoenen echter bleven hier
bij gespaard omdat het gras nodig was voor de gemeentepaarden. Wel
ging de dienst Hout en Plantsoenen lindebloesem verzamelen om een
goede surrogaat voor thee te kunnen bieden. De actie om beukennootjes
te verzamelen kwam van de minister van Landbouw. Hij verzocht de
hoofden van de scholen om de schooljeugd op te wekken tot het verza
melen van beukennootjes: hieruit zou spijsolie en voederkoeken voor het
vee geperst kunnen worden. Dat dit een ernstige zaak was, bleek uit de
inbeslagname door de distributiepolitie van 20 kilo 'gehamsterde beu
kennoten bij een kapper in Haarlem.43)
Sociale beroering
De Haarlemse bevolking heeft de beroerde omstandigheden ten gevolge
van de Eerste Wereldoorlog niet alleen maar gelaten over zich heen laten
komen. Diverse protestvergaderingen en demonstraties vonden plaats. In
1916 werd op tweede pinksterdag door het Revolutionair Comité een bij
eenkomst belegd in het Brongebouw. De zeshonderd aanwezigen werden
aldaar toegesproken door de socialistische voorman Domela Nieuwen-
huis. Hij hamerde op punten als het kapitalistische systeem en het al
maar voortduren van de mobilisatie, hoofdpunten van de algehele onvre
de. Het plan om na afloop van de vergadering een manifestatie te houden
Haerlem Jaarboek 2003