Bij een optocht van werklozen op 2 februari 1917 liepen op de kop van
de stoet vier mannen met opgestoken paraplu's waarop met grote letters
stond 'honger'. Zij overhandigden aan een bestuurslid van het
Steuncomité een petitie voorzien van 424 handtekeningen. Daarin stond
dat in honderden gezinnen niet alleen het spook van de werkloosheid,
maar ook van de honger zijn intrede had gedaan. Er werd dringend direc
te hulp geëist van de Staat of de gemeente.
Op zondag 23 september van hetzelfde jaar vond een betoging plaats
voor betere levensmiddelenvoorzieningen, georganiseerd door de sdap,
het nw, de Sociaal Democratische Vrouwenclub en de Bond van ~49~
Nederlandse Arbeiderscoöperaties. Tegen 10 uur verzamelden zich op het
Pretoriaplein 1500 mensen en op het Wilsonsplein en Teylersplein nog
eens 1200. De verzamelde menigte trok naar de sociëteit De Vereeniging
in de Begijnenstraat voor een demonstratieve vergadering. Het aantal
demonstranten was echter te groot om allemaal naar binnen te kunnen.
In een motie werd onder meer scherp geprotesteerd tegen de houding van
de Haarlemse overheid.45)
Op 13 februari 1918 vond een georganiseerde actie plaats van de Revo
lutionaire Socialistische Vrouwenbeweging. Op de bijeenkomt werden
door verschillende sprekers de kapitalisten verantwoordelijk gehouden
voor de grote voedseltekorten. Daarnaast werd de strijd tegen het milita
risme aangebonden en kwam ook de oorlog aan de orde. Na afloop mar
cheerden de bezoeksters, aangevuld met mannelijke werklozen, in rijen
van vier door de stad. Via de Margarethastraat, Nassaustraat en Nieuwe
Gracht trok de stoet naar het Kenaupark naar het huis van burgemeester
Sandberg. De burgemeester deed niet open, maar een ooggetuige merkte
op dat de vrouwen boven voor de ramen uitgelachen werden. De burge
meester had de politie ondertussen te hulp geroepen. Het ging pas mis,
toen de stoet op het Prinsenhof was aangekomen en een gesprek met
Burgemeester en Wethouders bleef eisen. De politie sommeerde de zin
gende en schreeuwende menigte de mars te ontbinden. Toen hieraan
geen gehoor werd gegeven, werden de demonstranten door de blanke
sabel der agenten uiteengedreven. Er vloog een twaalftal sabels door de
lucht, die op de hoofden, ruggen, armen en benen van de vrouwen en
kinderen neerkwam. Er vielen lichtgewonden en één omstander was er
ernstig aan toe.46)
Ook bij de rellen begin 1918 in het toenmalige Schoten speelden vrou
wen een belangrijke rol. Een geprikkelde menigte bestormde bakkerijen
Links: Spotprent van L.J. Jordaan. (uit: Het Leven, nr. 12,1917)
WIM DUBA M.M.V. TONY LINDIJER