om zonder bon brood op te eisen. De bakkerijen Ceres en De Tijdgeest
werden geheel en al leeggehaald. Daarna kwamen kleinere bakkerijen
aan de beurt. In de Paul Krugerstraat werden de ruiten van een winkel
ingedrukt. De winkeliers stonden machteloos en lieten dan maar mensen
in groepjes tegelijk binnen totdat ze uitverkocht waren. Het bleef onrus
tig en de burgemeester vroeg de militaire autoriteiten om assistentie. Een
compagnie infanteristen verscheen, die de Cronjéstraat en verschillende
zijstraten afzette. De onrust bleef ook de volgende dag bestaan. Grote
groepen vrouwen trokken door de stad en drongen winkels binnen; pas-
—50— serende bakkerswagens moesten het ontgelden. De broodfabriek van
Franken in de Lange Margarethastraat was het doelwit, als ook de bak
kerij Eigen Hulp en het filiaal van de Haarlemse Brood- en Meelfabriek
op de hoek van de Jacobijnestraat en de Oude Gracht.
Rellen
Het was niet verwonderlijk dat de Burgemeester van Haarlem op 11 april
1918 een verbod op samenscholing uitvaardigde, dat niet alleen voor het
centrum van de stad gold maar ook voor de buitenwijken. Alle bakkers
waren inmiddels uitverkocht. Toch bleven de menigtes samendrommen,
die de politie trachtte te verspreiden terwijl de op wacht staande militai
ren de winkels beschermden. De soldaten werd toegeroepen terug te gaan
naar de kazerne. In de Barteljorisstraat hoorde een agent de 16-jarige
Cornelis van der Spek tegen een aantal soldaten zeggen: 'Jullie moeten
het verdommen, wij verdommen het ook, flapdrollen!' Het door hem
geuite viel onder 'opruiing tot dienstweigering' in het openbaar. Cornelis
werd derhalve meegenomen naar het bureau, alwaar proces-verbaal werd
opgemaakt.
Later op de dag moest de politie opnieuw optreden in de Barteljoris
straat, waar de kruidenierswinkel van P. de Gruiter werd belaagd. Er vie
len klappen. De 22-jarige Karei van Melsen zou, volgens het opgemaakte
proces-verbaal, een dienstdoende agent opzettelijk mishandeld hebben
door een klap tegen de wang, waarbij de pet van de agent over straat
rolde. Deze daad van agressie werd beantwoord door een sabelhouw, die
bij Karei een bloedend hoofd tot gevolg had. Verder vond in het Rozen-
prieel een ernstige botsing plaats tussen de vrije socialisten en de politie.
Ook de onrust in het centrum leefde weer op. Patrouilles militairen
bevolkten Gedempte Oude Gracht en Grote Houtstraat. Omstreeks half
acht 's avonds werd een groepje militairen in de Jansstraat door een opge
wonden menigte bekogeld met stenen. Het liep volledig uit de hand. Een
sergeant werd op zijn achterhoofd en rug getroffen en twee soldaten lie-
Haerlem Jaarboek 2003