Gorinchem een particuliere school, annex kostschool, te stichten voor
middelbaar onderwijs. Het werd een tegenhanger van de Latijnsche
school en was vooral bedoeld voor jongelui die kozen voor een loopbaan
als officier. Hij vestigde de school op het adres Achter de Kerk 6, maar
verplaatste de school in 1848 naar het herenhuis Groenmarkt 5. Tot 1864
bleef hij hier de (kost)school leiden.
In Gorinchem behoorde hij tot de notabelen, was bestuurslid van de
plaatselijke afdeling van 't Nut, directeur van het Leesgezelschap en lid
en bestuurslid van diverse onderwijsinstellingen. Samen met de onder
wijzer Pieter van Zutphen (1815-1895) beijverde hij zich voor het vastleg
gen van de in Gorinchem gesproken volkstaal. Van zijn hand verscheen
een boekje Beschrijving van den Alblasserwaard en de Vijf Heeren-lan-
den (Gorinchem, Noorduyn, 1845), ook bedoeld voor het onderwijs.
Van 't Sant bleef ongehuwd, maar hij blijkt - evenals zijn Haarlemse
collega-kostschoolhouder Willem van den Huil4» - een onbeantwoorde
liefde te hebben gehad. Uit het boek met gedichten blijkt dat hij in 1835
een grote genegenheid had opgevat voor een zekere Agnes, maar uit het
vers Mijne Kersdagen, gedateerd Kernhem 3-1-1836, blijkt dat zij hem
heeft afgewezen.
6o—
Albumblaadje van D. van't Sant, dd. 1852, voor het album amicorum van zijn
nichtje Cornelia Gijsberta. (coll. Mevr. De Ridder, Leiden)
Haerlem Jaarboek 2003