Het Stedelijk Gymnasium aan het Prinsenhof, 1923. (coll. Kennemer Atlas)
meer de school voor de kleine man geworden.
De oorzaak van de zwakke bezetting van de klassieke afdeling van het
Gemeentelijk Lyceum lag volgens de commissie-Thiel voor de hand: wie
de tweejarige onderbouw aan de Zijlvest had doorlopen en koos voor een
klassieke opleiding, moest verhuizen naar het Prinsenhof en 'moest zich
losmaken van z'n klasse, z'n vrindjes, z'n kennisjes, z'n leeraren, z'n rec
tor, z'n gebouw om zich verder aan te passen aan een geheel nieuwe
omgeving.' 'Men heeft thans een Lyceum op een koopje, in deze zin dat
de rector van het Gymnasium zich beijverd heeft om door combinaties
van lesuren voor klassen van het Gymnasium en afdeelingen van het
Lyceum zooveel doenlijk kosten te vermijden. Hij heeft langs deze weg
vermoedelijk vier leeraren uitgespaard,' zo voegde men hieraan toe in een
passage, die in de gedrukte versie is weggelaten. Zou het gemeentebestuur
besluiten een einde te maken aan de klassieke opleiding aan het lyceum
en aldus aan het lyceum als zodanig, dan moest het wel beseffen, zo
meende de commissie, dat dit lyceum nooit een behoorlijke kans had
gekregen. Opheffing meende de commissie dan ook met alle nadruk te
moeten ontraden.
De aanbevelingen van de commissie waren verder om reeds bij de aan
vang van de cursus 1932-1933 de derde klas van de klassieke afdeling niet
DR. J. RÖMELINGH