meer te laten verhuizen naar het Prinsenhof. Het bezwaar dat het gebouw
aan de Zijlvest vol was, kon worden ondervangen door nog enige klassen
over te brengen naar de Tempelierstraat, waar al enige klassen zaten.
Verder vond de commissie het wenselijk, dat in het zuiden van de
gemeente, 'ergens in de buurt van het Haarlemmerhoutpark,' een nieuwe
hbs-b werd gesticht, die voorlopig van start kon gaan aan de Tempelier
straat.
Over de bezetting van de hbs-a klassen van het lyceum was de com
missie wel te spreken. Zij herinnerde eraan, dat het oorspronkelijk de
-82- bedoeling was geweest de leerlingen van de A-afdeling een ander lespro
gramma te laten volgen dan op de zelfstandige hbs-a, met andere woor
den: de A-afdeling had een eigen vakkenpakket gekregen, waarin niet
zozeer de economische vakken centraal stonden als wel de litterair-his-
torische. Dit was een idee geweest van Van Mourik Broekman. Zo had
bijvoorbeeld een wijsgerige propedeuse bij voorbeeld op het lesprogram
ma gestaan. In 1928 was deze eigen weg echter afgesneden. Bij Koninklijk
Besluit waren toen de grenzen waarbinnen het A-onderwijs gegeven
moest worden veel nauwer getrokken, zodat het literair-historisch aspect
bijna geheel verloren was gegaan. De A-afdeling was aldus vrijwel een
doublure van de hbs-a geworden. Maar al met al achtte de commissie het
niet verantwoord om nu tot opheffing van de A-afdeling van het lyceum
over te gaan.
De commissie boog zich ook over de financiële kant van de zaak. Zou
er door de opheffing van de klassieke afdeling van het Lyceum een fors
bedrag bespaard kunnen worden op de gemeentebegroting? Met een een
voudig rekensommetje rekende de commissie voor, dat er in 1935/36 jaar
lijks 24.750,- bespaard zou kunnen worden. Woog bij het gemeentebe
stuur een jaarlijkse besparing van nog geen 25.000,- zo zwaar, dat daar
door de opheffing van het Gemeentelijk Lyceum werd gerechtvaardigd?
Met een ander rekensommetje wilde de commissie aantonen, dat het
lyceum na het gymnasium het beste schoolgeldrendement opleverde.
Beide scholen werden bezocht door leerlingen wier ouders tot de beter
gesitueerden behoorden en dus een hoger schoolgeld betaalden. 'Al is de
klassieke afdeling op zich zelf beschouwd duur, zij maakt het door haar
zuigkracht mogelijk het gehele complex dat het Lyceum vormt, goedko
per te maken dan drie der andere scholen,' concludeerde de commissie
optimistisch.
Aanvankelijk leek het erop, dat b en w de aanbevelingen van de com-
missie-Thiel ter harte zouden nemen. Het rapport van de commissie werd
om advies toegestuurd aan de inspecteurs Van Andel, inspecteur van de
lycea, Bolkestein en Elzinga, aan de schoolleiders van de middelbare
Haerlem Jaarboek 2003