Rapenburg nr. 14, waar Boudewijn van Offenberch en zijn vrouw Beatrix Laignier woonden van 1642 tot 1652. jaar wordt zijn vrouw Beatrijs Leijniers (de vernederlandsing van Beatrix Laignier) ook ingeschreven als lidmaat van de Hervormde Gemeente in Leiden. Boudewijn staat nergens als Leidse poorter geregistreerd, maar de stedelijke overheid vaardigde van 1644 tot 1646 de maatregel uit dat dit voor bouwers van buiten de stad ook niet nodig was. 47) in elk geval woont Boudewijn met zijn gezin vanaf 1645 aan het Rapenburg nr. 14 te Leiden. 48> Hun zoon Maximiliaan schrijft zich in als student in Leiden in hetzelfde jaar op 19 mei.49) Het pand Rapenburg nr. 14 wordt door Boudewijn gehuurd van Christina De Milde en Boudewijn zelf heeft ook enkele mensen in onderhuur. De stad zit immers overvol: 'die schoonste ende grootste huysen van de stadt gebroocken, in cleyner verdeelt ende consequentelicken niet alleen het cyraet van dien benomen, maer oock daer door veroorsaeckt is dat veel eerlicke rentyers, coopluyden ende andere luyden van qualiteyt ende midde- Haerlem Jaarboek 2004

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2004 | | pagina 100