men vandaar 180 Rijnlandse roeden naar het noorden, dan behaalt men een nat pak, want men belandt precies in de singel. Vóór de uitbreiding met 180 roeden, dat wil zeggen voor 1426, was de singel dus inderdaad de grens van de vrijheid. Ook is hiermee aangetoond dat de kwart mijl die Maximiliaan van Oostenrijk toestond, nooit is gerealiseerd. Q) De bepaling uit 1389 dat de vrijheid toen tot 40 roeden buiten de veste reikte, behoeft enige toelichting. Die 40 roeden komen overeen met de afstand tussen het meest oostelijke deel van de Oude Gracht en de Kampersingel. Naar het westen neemt de afstand tussen Oude Gracht en singel snel toe, want de Oude Gracht heeft het verloop van een cirkel- -113- boog die naar het noorden terugwijkt, terwijl de singel zich in vrijwel rechte lijn naar het westen voortzet. Aan de westkant van de stad is de situatie analoog: de Nassaulaan, die het tracé van de oude stadsgracht volgt, ligt op 150 meter van de Kinderhuisvest, maar zuidelijk van de Raaks zwenkt de Oude Gracht naar het oosten terwijl de Zijlvest en de Wilhelminastraat (aangelegd op de vest) de richting van de Kinder huisvest voortzetten. De betekenis van de 40 roeden was dus niet dat de vrijheid overal tot 150 meter buiten de oude stadsgracht reikte. Waar de gracht zijn meest zuidelijke en westelijke punten bereikte, is men 40 roe den naar buiten gegaan. Van daaruit heeft men de nieuwe grenzen van de vrijheid getrokken, ongeveer als twee rechte lijnen in de richtingen west oost en noord-zuid. Zo werd de cirkelboog van de stadsgracht (Oude Gracht, Nassaulaan) getransformeerd in een rechthoekige begrenzing van de stadsvrijheid. De uitbreiding van de vrijheid in 1426 was daaren tegen vormvast. De nieuwe grenslijnen werden eenvoudig 180 roeden ver der van de stad gelegd. Toen hertog Albrecht in 1389 liet vastleggen dat de vrijheid 40 roeden buiten de veste reikte, was dat slechts de bekrachtiging van een bestaan de situatie. Zijn voorganger, graaf Willem v, had in 1351 al bevestigd dat de vrijheid van Haarlem zover reikte als 'vanouds' het geval was geweest. '3' Hoe ver dat 'vanouds' terugging zei graaf Willem helaas niet, maar van de vrijheid was in ieder geval al in 1276 sprake. '4) Hoewel Haarlem naar het zuiden en westen toe ten tijde van Albrecht van Beieren officieel nog steeds niet verder reikte dan de Oude Gracht, was de stad al druk doende zich van die knellende band te ontdoen. De verstedelijking van de vrijheid, het gebied buiten de Oude Gracht tot aan de singels, was toen in volle gang. Pas in 1426 schiep Philips van Bourgondië weer lucht door toe te staan dat de vrijheid tot 180 roeden buiten de singels werd uitgebreid. BERT KOENE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2004 | | pagina 115