perlaan). Het kampje van drie morgen dat Jan Arnoud al in 1348 in eigen dom had gekregen, sloot aan de noordkant van de singel naadloos op de vier kampen ten zuiden van de singel aan. In 1364 kreeg Jan Arnoud ten slotte het resterende deel van het leengoed in eigendom, helaas zonder dat de ligging of de omvang van dat restant werd gespecificeerd.'7) Het is niet verrassend dat de kampen langs het Spaarne aanvankelijk in grafelijke hand waren. Aangezien het gronden betrof in het onbe schermde oevergebied van het Spaarne, kwamen ze toe aan de graaf uit hoofde van het stroomregaal, dat de landsheer recht gaf op alle voorde len verbonden aan grote wateren en hun open oevers, zoals visvangst, -115- veerrechten, tolheffing, aanwas en opspoeling. Jan Arnoud van Bennebroek komt uit een interessante familie. De kampen langs het Spaarne die hij van de graaf in eigendom verkreeg, waren eerder in leen gehouden door zijn broer, ridder Jan Sceven, die men in de periode 1334-1347 vermeld vindt. Deze Jan Sceven was om onduidelijke redenen bij de graaf in ongenade gevallen. Hij was daarom van zijn goederen verbeurd verklaard, maar de graaf was zo goed het leen in 1344 tot lijftocht van de vrouw van ridder Jan te bestemmen. l8) De gebroeders Jan Arnoud van Bennebroek en Jan Sceven waren zonen van Justine, burggravin van Leiden. Justine was de dochter van een zeero ver. Haar vader Hugo de Gouwer van Koudekerke was een Zeeuwse edelman die zich ten dienste van de graaf van Vlaanderen onledig hield met het beroven van Hollandse schepen.20) In haar eerste huwelijk trouw de Justine met Jan Sceven senior, in 1316 vermeld als rentmeester van Waterland. Jan Sceven junior en Jan Arnoud waren kinderen uit dit huwelijk. Justine hertrouwde ergens tussen augustus 1322 en februari 1324 met Dirk van Cuijck, burggraaf van Leiden. Sindsdien mocht zij zich burggravin noemen.2I) Het is bekend waar Justine huisde. De naar haar genoemde Gravin- nesteeg, die net ten noorden van de Gedempte Oude Gracht van de Kleine Houtstraat naar het Spaarne loopt, vindt men al in 1370 als 'Burchgravinnestrate' vermeld. 22) Dat was niet lang na haar overlijden, zodat men erop mag vertrouwen dat die plek werkelijk met de burggra vin in verband stond. Een nieuw gebouwencomplex aan de Gravin- nesteeg is met de naam 'Justine de Gouwerhof' gesierd. Archeologisch onderzoek heeft namelijk aangetoond dat daar in Justine's tijd een impo sante behuizing heeft gestaan, en vanwege de ligging bij de 'Burch gravinnestrate' moet zij wel de bewoonster zijn geweest. Bij het bodemonderzoek werd het grondspoor van een brede gracht aangetroffen.23J De noordkant van de gracht was minstens zeven meter breed en viel deels onder de Gravinnesteeg, wat betekent dat de gracht BERT KOENE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2004 | | pagina 117