en in het Nieuweland bij Haarlem'. 44> Zestien morgen was de standaard- maat van een hoeve in het vroege graafschap Holland. Wanneer kavels woeste grond ter ontginning werden uitgegeven, of wanneer een groot grondbezitter landerijen in pacht uitgaf, dan was het gebruikelijk om dat in eenheden van zestien morgen te doen. 45) Aangezien de hoeve in het Nieuweland grafelijk bezit was, kunnen we concluderen dat het om een deel van de voormalige grafelijke hof van Haarlem ging. Over de hof komen we verderop te spreken, hier gaat het erom vast te stellen waar de hoeve heeft gelegen. De Katbroek, of kortweg Broek, was een strook land ten westen van het Oude Gasthuis op de tegenwoordige —121— Botermarkt. Dat blijkt uit pachtbrieven van hofsteden in de Broek uit de tweede helft van de veertiende eeuw. 461 Daarin wordt bijvoorbeeld ge sproken van een hofstede 'in die afterstrate (Tuchthuisstraat, Gasthuis straat) bi den ouden gasthuis op dat Zadeland dat men heet de Broec.' De zuidrand van de Broek lag ter hoogte van de Drapenierstraat en het Sophiaplein. Er zijn vele akten bewaard gebleven waaruit de ligging van het Nieu weland ten naaste bij is op te maken. Zo werd in 1391 een hofstede 'op het Nuwelant in den broec' verhuurd en in 1406 een huis 'after dat oude gasthuis op dat nuwe lant.'481 In 1413 kochten de jansheren land 'in Haerlemmervene after Nuwe lant.'491 In 1449 werd een huis aan de Oude Gracht 'op het Nuwe land' verkocht, met gebruiksrecht van een steeg naar de Jacobstraat (tussen de Voldersgracht en de Raaks).50) In 1485 was sprake van een rente op een huis op de Raaks 'after strekkende ant Nuwelant.' Al met al blijkt dat de Raaks de noordelijke begrenzing van het Nieu weland vormde. De noordoosthoek van het Nieuweland reikte tot aan de Oude Gracht (daar draagt een steegje nog de naam Nieuwlandje) en ver der in het zuiden vormde de Achterstraat (nu Gasthuisstraat, Tucht huisstraat) de oostelijke begrenzing. Naar het westen liep het Nieuwe land tot aan de rand van de strandwal, dus ongeveer tot aan de Vol dersgracht of de westgrens van de vrijheid (Zijlvest). In het zuiden is er niet meer van te zeggen dan dat de Broek als een onderdeel van het Nieuweland werd beschouwd. Het Nieuweland besloeg binnen de hier geschetste begrenzingen lang geen zestien morgen (ruim dertien hectare), wat wél de maat was van de hoeve 'aan de Katbroek en in het Nieuweland'. Die hoeve moet zich dus tot buiten het Nieuweland hebben uitgestrekt. Het is niet te verwachten dat de hoeve verder naar het noorden reikte dan de Raaks, want daar - om precies te zijn: langs de noordelijke straatrand van de tegenwoordi ge Raaks - liep eertijds de Beek. De Beek zal de natuurlijke noordgrens BERT KOENE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2004 | | pagina 123