ruim drie morgen weiland, gelegen achter de oude Schutterstoren. 6l> Die toren stond aan de zuidwesthoek van de stadsveste, bij de Schutters doelen van het Sint-Jorisgilde. Kortom, de Ramen hebben tot het leengoed behoord, wat betekent dat het goed in oostelijke richting tot aan de Raamstraat heeft gereikt. De Ramen liggen nog net op de flank van de strandwal. Het is niet te ver wachten dat het goed veel verder naar het oosten doorliep, want dan zou het zich tot op de strandwal hebben uitgestrekt, in strijd met de omschrij ving dat het in Haarlemmerveen lag. Uiteindelijk kunnen de grenzen tus sen het leengoed in Haarlemmerveen en de hoeve in het Nieuweland alleen worden bepaald door passen en meten, vanuit het gegeven dat de hoeve zestien morgen besloeg en de Ramen in ieder geval tot het leen goed hebben behoord. Die feiten zijn slechts te combineren als de hoeve zich achter de Ramen langs tot aan de Raamsingel uitstrekte (zie kaart 4). In het noordelijke deel van de hoeve is de westgrens getekend langs de singel (nu Zijlvest, Wilhelminastraat). Zou men die grens langs de Vol dersgracht kiezen, dan komt men niet aan de hoevemaat van zestien morgen. De rechte oostgrens langs Oude Gracht en Gierstraat is niet meer dan een indicatie. In werkelijkheid zal die rand wel rafelig zijn geweest. In het bijzonder de tegenwoordige Botermarkt, waarop het Oude Gasthuis heeft gelegen, viel waarschijnlijk buiten de hoeve. Om te compenseren voor enig oppervlakteverlies langs de oostgrens, zijn op het kaartje de andere grenzen zodanig ingetekend dat de oppervlakte van de hoeve ruim zestien morgen is. Ter voorkoming van misverstanden moet erop gewezen worden, dat de meeste straten op het kaartje nog niet bestonden toen de hoeve in het Nieuweland in 1320 door de graaf aan de heren van Sint-Jan werd geschonken. De Voldersgracht heette eerder de Schoenmakerssloot. Er bestaat een vermelding van die sloot uit 1380,63) maar of hij in 1320 al aan wezig was is onbekend. Voordat de pas in 1628 gegraven Raamgracht ver binding gaf met de Raamsingel, stond de Voldersgracht via het Zijd grachtje in verbinding met de westelijke stadssingel. Het Zijdgrachtje lag ter hoogte van het tegenwoordige Sophiaplein. Het klooster van Willem van Egmond Tot zover is alleen het gebied tussen de Oude Gracht en de zuidelijke en westelijke singels aan bod gekomen. Met andere woorden, alles speelde zich af binnen het gebied dat in de veertiende eeuw tot de vrijheid van Haarlem behoorde. Dat gebied zijn we van Spaarne tot Raaks doorge gaan. Nu zullen we ons op het land tussen de zuidelijke singel en de Hout wagen. Haerlem Jaarboek 2004

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2004 | | pagina 126