kaart laat zien dat Meynaertshorst de gehele westelijke helft besloeg van
het carré binnen Raamsingel, Houtplein, Wijde Geldelozepad, Tempe
lierstraat en Koninginneweg. Aangezien de Meynaertshorst nooit aan de
jansheren heeft toebehoord, kan het klooster van Willem van Egmond
daar niet hebben gelegen. Dan blijft alleen de oostelijke helft van het
carré bij het Houtplein over.
De Baan
De vroegst bekende vermelding van de Baan staat in de rekening van de -129-
grafelijke houtvester van de Hout over de periode juni 1346-februari 1347.
Een post daarin betreft de verkoop van 'durren houte dat op die baen
stont te haerlem.'8o) Op 20 februari 1390 schonk Albrecht van Beieren aan
de stad Haarlem 'die baen die leyt buten der houtpoirte ten houtwaert'.
De bestemming was dat 'die bliven sal legghende tot enen speelvelde son-
der enich ander oirbaer daer op te doen tot ewighen daghen.' 8l> Van de
Baan resteert in de zin van zijn bestemming als openbaar recreatieterrein
nog het Frederikspark.
Men heeft vaak aangenomen dat de Baan ten tijde van hertog Albrecht
onmiddellijk bij de Gasthuissingel begon,8z) maar dat is niet juist. De oud
ste morgenboeken van het hoogheemraadschap Rijnland, daterend uit
1544 en 1584, bevatten een aparte rubriek 'tussen Baan en stedesingel, van
Grote naar Kleine Houtpoort,' met landerijen die samen ruim zes mor
gen (1544) respectievelijk vijf morgen (1584) besloegen.83)
Men zou kunnen tegenwerpen dat er toen al veel tijd was vergaan, sinds
de Baan aan de stad was geschonken en dat de oorspronkelijke omvang
misschien groter was geweest. Er is echter een akte van 30 maart 1395, dus
slechts enkele jaren na de schenking van de Baan, waaruit blijkt dat de
Baan ook toen niet bij de singel begon. Het betreft een schenking aan het
leprooshuis van inkomsten uit een stuk land door Lijsbeth van Bakenes,
haar zoon Dirk van Bakenes en Jan van Bakenes.84) Dat land werd om
schreven als een kroft (relatief hoog gelegen bouwland) in Heemstede die
had toebehoord aan Willem Costijnszoon, gelegen tussen de Houtpoor
ten, strekkend van de ene Houtweg tot de andere, helend ten noorden Jan
van Rolland en de erfgenamen van Grote Pieter de viskoper, ten zuiden
'der stede bane.' De kroft lag dus buiten de singel. Dat blijkt niet alleen
uit de ligging tussen de Houtwegen (Houtplein en Kleine Houtweg), maar
ook uit het feit dat hij in Heemstede lag. De vrijheid van Haarlem reikte
in die tijd slechts tot de singel. De kroft lag niet direct aan de singel, want
hij grensde in het noorden aan land van Jan van Rolland en de erfgena
men van Grote Pieter. De conclusie is dat de Baan al ten tijde van de
BERT KOENE