Er heeft ook een grafelijke hoforganisatie in het grensgebied van
Beverwijk en Heemskerk gelegen. Daarvan kon de omvang worden vast
gesteld. m5> Als we er vanuit gaan dat de hof van Haarlem tenminste van
vergelijkbare omvang was, dan moeten de landerijen daarvan zich over
een flinke afstand langs de strandwal hebben uitgestrekt. Naar het noor
den reikte het hofland over de Schotergeest wellicht tot voorbij het Huis
te Kleef. Zuidwaarts kan er geen grote uitgebreidheid zijn geweest, want
daar lag de Hout die dicht onder Haarlem begon en zich tot de omstre
ken van Lisse, Sassenheim en Noordwijkerhout uitstrekte. Het veen ten
-138- westen en oosten van de strandwal was in de tijd van het hofstelsel nog
onontgonnen wildernis.
Hier beperken we ons tot een poging om hoeven van de hof van Haar
lem aan te wijzen tussen de Hout in het zuiden en de voormalige grens
met Schoten in het noorden. Als we in het zuiden beginnen, dan komt
allereerst de vraag op of er behalve de 'hoeve van de Park' en de 'hoeve
van de Baan' misschien nog één of twee hoeven ten zuiden van de singel
zijn aan te wijzen. Dat zou dan tussen de Dreef en de westrand van de
strandwal moeten zijn.
Ten westen van de Dreef loopt de Wagenweg. Dat is een oude heer
weg die waarschijnlijk al bestond toen de grafelijke landerijen rond
Haarlem in hoeven werden opgedeeld. Het is daarom te verwachten dat
men de Wagenweg als begrenzing gebruikte bij het uitzetten van een
hoeve. Tussen Dreef en Wagenweg is een landschapselement te vinden
dat inderdaad aannemelijk maakt dat tussen die twee wegen een hoeve
van zestien morgen heeft gelegen. Het gaat om de noordrand van de
Hout. De bosrand op de kaart van Jacob van Deventer heeft in verband
met de Baan en de Park al goede diensten bewezen, en dat herhaalt zich
tussen Dreef en Wagenweg. Daar tekende Jacob van Deventer de noord
rand van de Hout ongeveer langs de tegenwoordige Wilhelminalaan,
waar ook nu nog de Grote Hout begint (zie kaart 6). Als men in de taart
punt tussen Dreef en Wagenweg zestien morgen uitzet, dan belandt men
net ten noorden van de Wilhelminalaan.
Het Rijnlands morgenboek van de vrijheid van Haarlem uit 1584 levert
de bevestiging dat de begrenzing van de Hout zodanig was gedefinieerd,
dat er ten noorden daarvan tussen Wagenweg en Dreef ongeveer zestien
morgen overbleef. Io6) Onder de kop 'tussen Hout en Herenweg, van de
Hout naar de molen', staan acht percelen opgesomd, waarvan het groot
ste (ruim zeven morgen) aan de heren van Sint-Jan behoorde. Dat was
het Hazepatersveld, dat het noorden van de taartpunt (de buurt van het
Florapark) besloeg. Samen waren de acht percelen ongeveer zestien en
een halve morgen groot.I07) In de plaatsbepaling 'tussen Hout en Heren-
Haerlem Jaarboek 2004