weg' fungeerde de Hout als oostgrens, de Herenweg (Wagenweg) als westgrens. In 'van de Hout tot de molen' trad de Hout echter op als zuid grens. Dat de Hout inderdaad zowel oostelijke als zuidelijke begrenzing was, is duidelijk op de kaart van Jacob van Deventer. De kaart toont ook de molen in de noordwesthoek van de Baan, waar Wagenweg en Dreef samenkomen. De geografische aanwijzingen voor een hoeve tussen Wagenweg en Dreef zien er overtuigend uit, maar wat nog ontbreekt, is de grafelijke connectie. Om dat bloot te leggen beschouwen we de eigendomsgeschie denis van het noordelijkste deel van de hoeve, het Hazepatersveld. We -i39~ zagen al dat de jansheren in 1584 eigenaar waren. Ook in 1489 was dat al het geval. Dat blijkt uit het feit dat zijn toen een derde deel verkochten van een kroft die naast de Baan lag, en wel ter hoogte van de molen, Io8> dus in het Hazepatersveld. In 1342 waren de bezitsverhoudingen echter anders. De rekening van de houtvester van de Hout over dat jaar ver meldt namelijk, dat de heren van Sint-Jan zeven pond pacht betaalden voor zeven morgen tussen de Hout en Haarlem. io9) Vanwege de opper vlakte van zeven morgen moet het om het Hazepatersveld gaan. Dat viel toen dus onder het beheer van de grafelijke houtvester, wat dan ook wel voor de hele hoeve zal hebben gegolden. Zo is het aannemelijk geworden dat er ook tussen Dreef en Wagenweg een hoeve van de grafelijke hof heeft gelegen. Hierbij moeten we aantekenen dat het niet uitzonderlijk is dat de houtvester van de Hout in de veertiende eeuw voor dat stuk land verantwoordelijk was, en niet de grafelijke rentmeester, want de hout vester beheerde landerijen tot in de verre omtrek van de Hout. Aan de zuidkant van de singel blijft alleen nog het land ten westen van Wagenweg en Houtplein over. Daar heb ik geen overtuigende aanwijzin gen voor een grafelijke hoeve kunnen ontdekken. Het feit dat het kloos ter van Willem van Egmond in deze hoek heeft gelegen, is zelfs een argu ment dat ertegen pleit. Het klooster lag immers op eigen grond van heer Willem. Zijn er ten noorden van de singel, behalve de hoeve in het Nieuwe- land, nog meer hoeven van zestien morgen te ontdekken? Het kwam al aan de orde dat ook het oude Haarlem ten noorden van de Beek onge veer zestien morgen besloeg. De oppervlakte van het oude Haarlem bezuiden de Beek, dat wil zeggen binnen de omtrek van Beek, Oude Gracht, Kleine Houtstraat en Lange Veerstraat, is circa acht morgen. Dat zou men als een halve hoeve kunnen beschouwen. Het ligt echter meer voor de hand om een volle hoeve tussen de Beek en de Gasthuissingel te vermoeden, want die zou het gat tussen de 'hoeve benoorden de Beek' en de 'hoeve van de Baan' opvullen. De oostgrens van zo'n hoeve moet langs BERT KOENE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2004 | | pagina 141