io. avk, sa, inv. 167. In druk: Handvesten, biz. 145. n. Oud-Archief van het Hoogheemraadschap Rijnland (oar), kaartboek 5, f. 2. 12. Maximiliaan gaf dat privilege 'behoudelic onser ambochtsheren ende een ygelicx zijns rechts.' Op dat voorbehoud zal de uitbreiding met een kwart mijl zijn stuk gelopen. 13. na, lrk, inv. 26, f. 3. 14. avk, sa, inv. 490: ridder Wouter van Crayenhorst verkoopt aan de raden van de stad Haarlem land dat gelegen is infra libertatem oppidi de Harlem (bin nen de vrijheid van de stad Haarlem). 15. De veronderstelling dat de Kamp in de loop van de tweede helft van de veer tiende eeuw bij de stad werd getrokken, vindt men ook bij B.M.J. Speet, 'De stedenbouwkundige ontwikkeling van Haarlem', in: Historische plattegron den van Nederlandse steden, deel 6: Haarlem, Alphen a/d Rijn 1993. 16. na, lrk, inv. 26, f. 4 vs. In druk: bijlage ix in Beelaerts van Blokland, 'De burggraven van Leiden'. 17. na, lrk, inv. 50, f. 86, nr. 488. Jan Arnoud van Bennebroek was in die tijd (1363-1366) rentmeester van Noord-Holland. Zijn rentmeesterrekeningen zijn bewaard gebleven: na, archief van de graven van Holland (agh), inv. 1449- 1451 en inv. 1519. Eerder was hij houtvester van de Haarlemmerhout (na, agh, inv. 1809: rekening van Jan Aernt [van Bennebroek] en Willem van Spaarnwoude, houtvesters van de Hout, 28-3-1355 tot 25-11-1356). Hij overleed op 27 juni 1369, zie J.G. Kam, 'Wie was Lisebet van Bennenbroec?', De Nederlandsche Leeuw (1964), kol. 363-365. 18. na, lrk, inv. 30, f. 58, nr. 370. Lijftocht kan men beschouwen als een wedu wepensioen. Het was een reservering voor het levensonderhoud van een vrouw in geval zij weduwe zou worden. 19. De familieverhoudingen blijken uit akte van lijftocht voor de vrouw van haar zoon Jan Sceven. 20. Justine en haar familie zijn behandeld in: W.A. Beelaerts van Blokland, 'De burggraven van Leiden'; W.A. Beelaerts van Blokland, 'Vaststelling van de identiteit van enkele edelvrouwen', Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde (bvgo), 4e reeks, dl. 10, p. 252-259; H. Obreen, 'Iets over de afstamming van Justine, de dochter van heer Hugo den Gouwer', bgvo, 4e reeks, dl. 10, blz. 341-353. 21. Nadat Dirk van Cuijck in 1339 was overleden, trouwde Justine met Jan Aelman, een bastaardbroer van graaf Willem iv. In de akte van 1344 waarin de graaf de kampen langs het Spaarne tot lijftocht van de vrouw van Jan Sceven junior maakte, werd Justine door de graaf dan ook 'mijn zuster' genoemd. Zij overleed kort voor of in 1359. 22. avk, eg, inv. 233. 23. E. Jacobs, 'De Rode Gravin. Archeologisch onderzoek op het terrein tussen Gravinnesteeg en de Gedempte Oude Gracht te Haarlem', Haarlems Bodemonderzoek 29 (1995), blz. 3-72. 24. Aan de woning van Jan Arnoud van Bennebroek werd eerder aandacht besteed door J.W. Groesbeek, Middeleeuwse kastelen van Noord-Holland, BERT KOENE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2004 | | pagina 145