64. avk, kloosterarchieven, inv. 5.1, nr. 38. 65. Notarieel afschrift (vijftiende eeuw) in het 'Liber Privilegium' van de com manderij van Sint-Jan (avk, kloosterarchieven, inv. 198), f. 67-68. 66. avk, kloosterarchieven, inv. 5.1, f. 18, nr. 39. 67. avk, kloosterarchieven, inv. 5.1, nr. 62. 68. Vidimus d.d. 9-10-1313: avk, kloosterarchieven, inv. 5.1, f. 35, nr. 109. 69. avk, kloosterarchieven, inv. 5.1, f. 34V, nr. 108. 70. avk, kloosterarchieven, inv. 5.1, f. 19V, nr. 41. 71. De begijnhof werd kort voor of in 1261 gesticht, maar is niet als klooster aan te merken. 72. Zo Speet in Historische plattegronden van Nederlandse steden, deel 6: Haarlem, blz. 15: 'De naam Heilig Land is vermoedelijk afgeleid van het klooster van de Lazaristen, dat begin veertiende eeuw, net buiten de Oude Gracht, aan de rechterzijde van de Kleine Houtstraat is gesticht'. 73. J. Schimmer, 'Opgravingen in de voormalige bank van lening', Haarlems Bodemonderzoek 5 (1977), blz. 3-14; J.Th.R. van Greevenbroek, De bank van lening te Haarlem, Haarlem 1981. 74. avk, kloosterarchieven, inv. 186: akte van ruil tussen het convent van Sint- Jan en de pitantiemeester (betaalmeester) van het klooster. 75. In 1466 verkocht de commandeur van Sint-Jan aan ene Willem Willemszoon een stuk land geheten Bijltgen aan de Margrietenlaan buiten de Grote Houtpoort, N. en W. de Margrietenlaan, O. de banwatering, Z. Jan Pieterszoon de snijder (avk, kloosterarchieven, inv. 5.2, f. 179V, nr. 409). 76. avk, sa, inv. 553, f. 86. 77. avk, eg, inv. 84, nr. 8, datum 1-6-1413. 78. na, lrk, inv. 37, f. 24, nr. 167. De akte spreekt van de Grote en de Kleine Meynaertshorst, gelegen aan de rand van Haarlem. 79. avk, Kennemeratlas 51-999010, blad 3. Volgens het kaartboek was het land in kwestie al in 1369 en 1379 aan het Elisabethsgasthuis gekomen. Dat moet betrekking hebben op het derde deel van het eigendomsrecht op Meynaertshorst dat het gasthuis al voor 1413 bezat. 80. na, agh, inv. 1802, f. 25. 81. avk, sa, inv. 493. In druk: Handvesten, blz. 48. 82. Bijvoorbeeld in G.H. Kurtz en J.J. Temminck, De straat waarin wij wonen, Haarlem 1999: 'de Baan was oorspronkelijk het hele terrein tussen stadssin gel en de Hout en de Kleine en Grote Houtwegen.' 83. oar, inv. 4230, f. i8ov en oar, inv. 4249, p. 3 (niet gefolieerd). 84. avk, Leprooshuis, inv. 6, f. 7V-8. 85. na, lrk, inv. 50, f. 267, datum 12-12-1387. 86. na, lrk, inv. 37, f. 15, nr. 86, datum 1-9-1325. 87. Nadere informatie over de familie Persijn vindt men in het hoofdstuk 'Brederode en Persijn' van B. Koene, J. Morren en F. Schweitzer, Midden- Kennemerland in de Vroege en Hoge Middeleeuwen, Hilversum 2003. 88. Jan Persijn had blijkbaar wel een bastaardzoon, want Margaretha bedacht in haar testament jan Parryc minen broeder met tien pond. Haerlem Jaarboek 2004

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2004 | | pagina 148