89. NA, LRK, inv. 23, f. II.
90. na, Kapittel St. Marie op het Hof, inv. 1; afschrift: inv. 59, f. 4V; in druk: Van
Mieris, Groot charterboek, dl. 3, p. 218.
91. na, Kapittel St. Marie op het Hof, inv. 67, datum 24-6-1368; afschrift: inv. 59,
f-3-
92. G. Brom, Bullarium Trajectense 11, Den Haag 1896, nr. 1987.
93. na, Kapittel St. Marie op het Hof, inv. 142, datum 12-1-1525. In de Haarlemse
transportregisters van 1525-1526 heb ik echter geen verkopen door de canesie
aangetroffen.
94. na, Kapittel St. Marie op het Hof, inv. 300a, 300b en 300c.
95. oar, inv. 4230, f. 124V-125V.
96. ranh, collectie 'Roeperpapieren', charter in inv. 86. Willem Boudijnszoon
van Geervliet was waarschijnlijk verwant aan de Persijns. In 1313 beleende
jan Persijn zijn oom Willem van Geervliet met een tiende in Velsen (zie J.C.
Kort, 'Repertorium op de lenen van de hofstede Velsen afkomstig van de
heren van Waterland', Ons Voorgeslacht 41 (1986), blz. 189-211, leen nr. 39).
Deze Willem werd als leenman opgevolgd door zijn zoon Boudijn van
Geervliet, die op zijn beurt vermoedelijk de vader was van de Willem
Boudijnszoon die in 1361 land naast de Park kocht.
97. Ook Jacob van Deventer heeft op zijn kaart uit ca. 1560 de grens van de
zandgronden aangegeven. Hij tekende die echter nogal schematisch, als een
vrijwel rechte lijn parallel aan de Kleine Houtweg, op slechts honderd meter
van die weg.
98. avk, Leprooshuis, regesten nrs. 16 en 17 op het cartularium. De koper was
een Jacob IJsbrandsz. De transactie kwam in het archief van leproosmeesters
terecht, omdat dit land later aan de leproosmeesters werd gegeven door de
leproos Claas Jacob IJsbrandsz, nageslacht van Jacob IJsbrandsz (regest nr.
112). Claas betaalde daarmee voor een kamer en kost voor zichzelf en zijn
bastaarddochter.
99. J.C. Kort, De hof van Haarlem, ongepubliceerd 1985, blz. 50.
100.avk, sa, inv. 533, f. 11. Deze molen komt tot 1500 in transportakten voor en
droeg de naam De Vlugge.
101.J.H.M. Sloof, in: B. Sliggers (red.), De loop van het Spaarne, Haarlem 1987,
heeft geopperd dat de naam zou komen van het werkwoord 'rozen' (schepen
tot een bepaalde diepte beladen). Dat komt mij ongeloofwaardig voor.
Associatie van die bezigheid met de wijk in kwestie, en samenstelling met
'prieel', liggen niet voor de hand.
102.A.C.F. Koch (ed.), ohz 1, Den Haag 1970, nr. 347.
103. Koch, OHZ 1, nr. 101.
104.W. Cerutti, Het stadhuis van Haarlem, Haarlem 2001, en literatuurverwijzin
gen daarin.
105. Koene et al., Midden-Kennemerland in de Vroege en Hoge Middeleeuwen.
106.oar, inv. 4249, p. 4.
107. Het oudste morgenboek van de omgeving van Haarlem (oar, inv. 4230, mor-
genboek van de parochie Haarlem, 1544) geeft in het betreffende gebied zes
BERT KOENE