De buren in de Kruisstraat
Onze buren aan de noordkant, op Kruisstraat 5, waren vader en moeder
Groen met drie kinderen: Els, Sid en Ab. Een mooi groot huis, rechts de
voordeur en daarnaast twee ramen. Achter het huis een grote tuin waar
in ik regelmatig speelde met zoon Ab die van mijn leeftijd was. Vader
Groen was een joodse man met een kalotje op, die een rederij in
IJmuiden had. Aan zijn deur was een kokertje bevestigd waarin een rol
letje papier zat met daarop een gebed geschreven. Moeder Groen was een
drukke, opzichtige vrouw. De drie kinderen zijn allen vrij jong overleden.
Mijn ouders hadden in die tijd veel contact met deze familie. Later werd
het pand verbouwd tot de damesmodezaak van A. van der Laan en Co.
Eigenaar van Van der Laan was de heer Fikkert, getrouwd met Rie van
der Steur, een dochter van mijn vaders broer Joop. Daarna kwam de
firma Kok - ijskasten, kachels, elektronica, etc. - in dit pand, die het
pand Kruisstraat 3 bij de winkelruimte trok. Nog later zou mijn zoon in
de bovenhuizen van de panden 3 en 5 zijn antiquariaat vestigen.
In mijn jeugd was Kruisstraat 3 nog een afzonderlijk en deftig woon
huis, o.a. van de familie Dijckmeester. De zoon die daar geboren is werd
later burgemeester van Haarlemmermeer en Apeldoorn en was maat-
cliënt van onze zaak.
Dan kwam Kruisstraat 1, het hoekhuis met de Nieuwe Gracht. In mijn
oudste herinnering was het een deftig woonhuis, eerst van notaris Bur-
kens en later van de familie Crommelin. De heer S. Crommelin was effec
tenmakelaar. Naast de ramen zaten houten luiken van latwerk - ze
noemden ze stores, geloof ik - die 's avonds werden gesloten. Interessant
was ook de twee dienstbodes bezig te zien met ramen wassen. Beiden in
blauwe jurken met witte schorten en witte mutsjes met linten. Ze kwa
men dan met glimmend gepoetste koperen emmers naar buiten, vol
water, dat ze met een koperen glazenspuit tegen de ramen en luiken spo
ten, waarna alles werd afgezeemd. Toen mijn ouders in Scheveningen
woonden, moest ik voor mijn vader bij de heer Crommelin wel eens cou
pons van effecten inwisselen. Dat gebeurde in het kantoortje op de hoek.
De Crommelins hadden een zoontje dat iets jonger was dan ik en waar
mee ik dus niet speelde. Dit zoontje is later ook burgemeester geworden.
Het huis had, evenals verschillende andere huizen in de Kruisstraat,
blauw stenen stoepen met paaltjes waartussen kettingen hingen. Daar
kon je heerlijk op schommelen.
Onze buur aan de zuidkant, Kruisstraat 9, was een kantoor, eerst van
de Haarlemsche Brandverzekering Maatschappij en daarna was het de
bank van Oscar Smit. Toch zag het pand eruit als een woonhuis door de
L. VAN DER STEUR