Er wordt door meerdere mensen tegelijk aan het tapijt gewerkt, (foto Martin
Busker)
Nu kan het tuften beginnen. Het tuften gebeurt in India nog altijd
handmatig. Met een speciaal gereedschap wordt een streng wol door het
gaasdoek gehaald en bij de teruggaande beweging afgesneden. In
Nederland kan men in het textielmuseum in Tilburg de machinale werk
wijze zien. De wol wordt dan machinaal in het gaas geschoten en afge
sneden. In een stukje tapijt van 10 x 10 cm gaan in de breedte 24 en in de
hoogte 32 draadjes, ofwel 768 tuftingen. Het is dus een enorm werk om
het gehele tapijt te tuften. Bij grote kleden wordt er daarom op verschil
lende plaatsen tegelijk aan het kleed gewerkt. In de grootste hal van de
fabriek kan men een tapijt met een lengte van 36 meter lang aan een stuk
maken over een hoogte van 8 meter. Deze lengtes geven alleen proble
men bij het aanbrengen van de rug, de latex laag aan de achterzijde van
het tapijt, waarmee de draadjes worden gefixeerd. Het tapijt voor de
Gravenzaal werd in hal twee gemaakt. De lengte van 7,15 m was geen pro
bleem maar de hoogte van meer dan 9 meter wel. Dit werd opgelost door
het tapijt tussentijds op te rollen op een tweede stelling er achter.
Desso wilde geen risico lopen dat het uiteindelijke product niet aan de
verwachtingen van de opdrachtgever en ontwerper zou voldoen. Daarom
Haerlem Jaarboek 2004