Het jaar van het konijn
J.Th. Buys (1928-1893), de befaamde Leidse hoogleraar rechten, begon zijn
carrière in Haarlem. In 1851 werd Buys adjunct-commies eerste klasse op
de provinciale griffie en even later werd hij ook secretaris van de Kamer
van Koophandel en Fabrieken te Haarlem. In de Practische Volks-
Almanak van 1854 publiceerde Buys een stuk over konijnenteelt. Het
vlees werd steeds duurder en volgens Buys kon men daar iets aan doen
door konijnen te fokken. Uit Vlaanderen werd per week honderdduizend
kilo konijnenvlees naar Engeland verscheept. Hij rekende voor dat men —165-
het konijnenvlees voor acht - en op den duur zelfs vijf of zes - stuivers
het pond beschikbaar kon stellen aan de hongerige natie (een pond rund
vlees kostte 65 en een pond varkensvlees 35 cent) en ondertussen jaarlijks
300 procent winst kon maken door het vlees, de mest en de huiden te ver
kopen. Elk moederkonijn kon per jaar dertig gulden zuivere winst ople
veren.
Volgens S.A. Naber Vier tijdgenooten, Haarlem 1894, p. 1x3) werd het
plan door velen omarmd: 'Langs de duinstreek vermenigvuldigden zich
de kweekerijen bijna even snel als de konijnen zeiven'. Binnen een jaar
waren al die bedrijven weer verdwenen. Volgens Naber kwam dat door
dat men al te groot probeerde wat in het klein wel degelijk winstgevend
was. En er was een heel praktisch punt waarop de zaak stukliep. In Buys'
rekenvoorbeeld was in de prijs van het gras alleen het loon meegeteld
voor de 'menschen en kinderen' die het voer voor de konijnen zonder
verdere onkosten langs de kant van de weg verzamelden: 'Maar onge
lukkig konden de ondernemers, veelal stadsmenschen, die later opstaan
dan de boeren, het gras langs wegen en zoomen niet kosteloos bekomen.'
De toekomst van gisteren
Die Praktische Volks-Almanak was een van de vele projecten waarmee
de ondernemende Haarlemse uitgever A.C. Kruseman zijn landgenoten
aan boord kwam. Hij week met zijn jaarboekje af van andere volksal
manakken die hoofdzakelijk gevuld werden met verhalen, gedichten en
'mededeelingen van geschied- en oudheidkundigen aard.' Het was Kruse
man opgevallen dat in buitenlandse volksalmanakjes ook andere dingen
stonden:
N.M.
NOP MAAS EN A.G. VAN DER STEUR