Mijn moeder was in mijn jeugd al vrij oud. Zij was veertig toen ik, als
nakomertje, werd geboren. Zij nam stof af, poetste vaak zilver en voor het
eten las ze de Oprechte Haarlemsche Courant, die ze altijd 'De Editie'
noemde. Wat ze verder deed weet ik eigenlijk niet meer. Er was in mijn
herinnering wel vaak grote schoonmaak, want dan werden de kamers
helemaal leeg geruimd.
Over de kleermakerij weet ik uit die tijd weinig. Alleen op donderdag
middag, dan stond de gang vol met thuiswerkers die hun loon kwamen
halen, 's Morgens hadden ze hun werkboekje gebracht met een betaalbon
van het in die week gemaakte werkstuk. De heer Stavenuiter, verkoper
en boekhouder, rekende de bedragen uit. Er werd op stukloon gewerkt
en iedere zak, knoopsgat, enz. werd afzonderlijk berekend. Hij riep dan
vanuit het kantoortje met een harde stem 'Wie volgt' en dan ging de vol
gende kleermaker naar binnen om zijn boekje en het envelopje met geld
te halen.
Wanneer de stoffen in de verkoopruimte moesten worden opgeruimd
Kruisstraat 7 in 1913.
(foto J. Pörtzgen)
L. VAN DER STEUR